dinsdag 25 november 2008

Laos - Slow boat & Louang Prabang

Vanuit Pai direct na mijn trektocht vertrokken naar de grensovergang met Laos (Chang Khong). Vandaaruit neemt de slow boat me mee op de Mekong richting Louang Prabang. Slow is hij in ieder geval die boot. 2 dagen dobberen met als decor de banken van de machtige Mekong. De rivier heeft serieus wat stroming en het vergt heel wat stuurmanskunst om tussen de verschillende rotsblokken in het water door te sturen. Na 2 dagen op een houten bankje kom ik aan in Louang Prabang. De stad is een vroegere hoofdstad van Laos, maar heeft meer weg van een provincie hoofdstadje. Moest ik zelf met de boot hebben gevaren, ik zou de stad gewoon zijn voorbijgegaan zonder het te merken.
Na de boottocht ervaring ben ik blij dat ik eens een echt bed zie. De dag erop ga ik wat meer uitgeslapen de stad in. Verschillende tempels staan op het menu. En het leuke is dat heel de stad vergeven is van de monniken. Wat me opvalt is dat er opvallend veel Fransen zijn. Laos was een voormalige kolonie en velen hebben het bijwoord niet door. Onze zuiderburen kennende weten we natuurlijk dat een Fransman geen enkele andere taal spreekt. De Lao kennen al lang geen Frans meer en hebben in de plaats Engels geleerd. Maar dat stopt de Fransen niet om gewoon door te praten. Ik herinner me zelf een keer in Thailand dat een Frans koppel aan alle toeristen ging vragen of ze Frans spraken of ze konden vragen aan de receptie of er een kamer was... ga zo op reis.
Maar goed, met Engels kom je al een heel stuk verder en het bracht mij in de namiddag bij de Chuang watervallen, wondermooi. Vele kleine watervalletjes met waterterrassen die voortkomen uit een mega grote waterval.
Na mijn plons rep ik me terug en spring de bus in naar Vientianne. Een 12h durende reis?

zaterdag 22 november 2008

Thailand - Chang Mai, Pai en the village people

Na een weekje chillen in Koh Chang (een prachtig eiland in the Thaise golf) zijn we weer klaar voor avontuur. De week Koh Chang was voor mij vooral een blij weerzien met Patricia, voor Olivier een rustige tijd, die hij blijkbaar niet al te ver van Patricia en mij heeft doorgebracht; nl. een paar bamboohutten verderop (zonder het van elkaar te weten).
De trip naar Chang Mai (in het Noorden van Thailand) maakten we in de nachttrein, ongelooflijk, een lekker bedje, 10u slaap en compleet uitgeslapen wakker worden op je bestemming. Chang Mai heeft niet zo veel autenthieks meer te bieden. Vroeger moet het een prachtige stad geweest zijn, met een omwalling en een gracht er rond, maar enkel kleine stukjes restanten blijven over. Van de oude tempels is hier en daar nog iets overgebleve, dus neemt een verkennende tocht ons daarheen. Olivier heeft weer eens een Thai massage gezien, dus die ben ik een hele dag kwijt.
's Avonds gaat een Thai Box match door, en dat is wel een spektakel. Buiten wat opwarmertjes stonden er twee internationale wedstrijden op het programma: Thailand - Canada & Thailand - Spanje en verder nog een spectaculaire match van echte pro's. De ene gast was hierin iets te sterk en de tegenstander lag na de tweede wedstrijd al op de grond...
Genoeg Chang Mai, een lokale bus brengt ons in een vier uur durende zigzagrit door de bergen naar het dorpje Pai. De Thais aan boord konden er duidelijk niet goed tegen zo te ruiken aan het zure luchtje. Maar in Pai zelf ruikt alles jungle-fris. Dat was ook de reden dat we naar Pai gekomen zijn. Vanuit dit dorpje vertrekken nl. veel trektochten de heuvels in naar de village people. Deze natuurlijk niet die van YMCA, maar verschillende stammen zoals de Lisu, Karen (de long necks) en andere.
Na een valse start - we dachten dat we de volgende dag na aankomst in Pai al een trektocht konden doen, maar die bleek afgelast wegens het afhaken van andere trekkers - vertrek ik alleen de bergen in, Olivier wou de tocht niet meer maken. Langs een geniaal pad door de jungle bereik ik uiteindelijk het Lisu dorp. Het dorpje is nog niet platgelopen door de toeristen zoals de vele andere dorpen in de buurt. Bij het binnenlopen van het dorp begint een kindje al te huilen, bang voor de vreemdelingen...
Ik breng daar de nacht door, na weer een doofstomme conversatie met veel gebaren en gezichtsmimiek, en wordt samen met de lokale haan - wiens klok duidelijk niet correct staat (de mijne stond op 3 u 's ochtends) - wakker. Een kleine ochtendexcursie voor het zware werk brengt ons in de gouden driehoek. De gouden driekhoek is het gebied tussen de grenzen van Laos, Birma en Thailand. Dit stukje niemandsland heeft geen wetten en staat dus ook bekend als de werelddraaischijf van de opiumhandel.
Na het tochtje en een lokaal ontbijt (rijst natuurlijk) zijn we klaar voor het tweede deel van de trektocht. We dalen af in dichtbegroeide bamboobossen en banen onszelf een weg met de manchette.
Ergens midden in het bamboobos blijven we overnachten. Met stukken bamboo en bananenbladeren maken we onszelf een hut, erna gaan we vissen voor het avondmaal. Geniaal, de gids (een local) leert ons te overleven en we eten bamboowormen, zelfgevangen vis en een slang! en leren hoe we met simpele middelen rijst en dergelijke kunnen maken.
Na een nacht op bananenbladeren (niet zo comfortabel) was ik blij dat we het hutje gemaakt hadden, een tropische kletterbui raasde namelijk door de nacht. Droog gebleven en opgestaan maakte ik het laatste deel van de tocht af en stond ik al snel terug in Pai. Ik heb echt genoten van het stukje jungle excursie.

donderdag 6 november 2008

Thailand - Tsunami hazard zone

Een aantal jaren geleden rolde een golf zowaar even over de Indische oceaan met in haar zog een spoor van vernieling, een filmpje :




Die sporen moesten toch even nader onderzocht worden. We trokken dus naar Phuket met de nachtbus, een vreemde historie: we hadden een slaapbus geregeld zodanig dat we onder de rit konden uitslapen om fris en monter de volgende ochtend onze oogjes te openen in Phuket. Fout gedacht. Ergens om 4 uur 's ochtends worden we bruut gewekt en slaapdronken uit de bus gezet. De bagage lag al uit de bus. Vanzodra de laatste uit de bus stapt stuift deze er volle vaart mee weg. Verbouwereerd blijven we achter, samen met een groepje toeristen. Iemand ontdekt een jas in zijn rugzak die er vreemd is. Bleek van een andere backpacker te zijn. Nog allerlei spullen lijken van zak te zijn gewisseld. Ik check mijn bagage na, alles intact. Gelukkig had ik het net er over gespannen en had de vlijtige thai in het bagageruim niet de kans er iets uit of in te steken. Vreemde affaire. We worden in kleinere busjes gezet en gaan met een andere bus door. Na een reisje van 18h uiteindelijk Phuket. Phuket... jaja het meest toeristische oord van Thailand. Ik ben een beetje allergisch voor massa toerisme, dus kiezen we op het eiland een ietwat rustigere plaats uit - Ao Katon. Twee mooie stranden spreiden zich uit. Het zand nog steeds prachtig wit. Een verkennende snorkeltocht toont opvallend veel kapotte stukken koraal, maar het levende koraal heeft weining aan schoonheid moeten inboeten... en de halve cast van Finding Nemo is nog steeds te zien. Geweldig.

's Avonds gaan we naar Patton op een gehuurde scooter, het beruchte nachtleven op Phuket moet toch even nader onderzocht worden. En ja hoor, zatte Engels drinken zich lam en op elke hoek van de straat klinkt het "Pussy Ping Pong sir?". Gierige backpackers als we zijn kopen we een pint in de supermarkt en kijken we het even aan.

Ik zit met een ietwat krapper tijdschema (Patricia land 8/11 in Bangkok, dus ik moet er zijn) en blijf dus niet te lang in Phuket. Ik vertrek richting Koh Phi Phi, een van de zwaarst getroffen eilanden, Olivier blijft achter om te feesten. Phi Phi eiland is een prachtig stukje eiland waar een smalle landtong twee begroeide rotsformaties verbind. De tsunami had alles op de landtong weggevaagd, maar daar was niet veel van te zien. Heel het eiland was volgebouwd.

De regering had na de Tsunami getracht een ecologisch eiland op te bouwen. Een verse start liet dit toe. Jammer genoeg was de Thai iets te vlijtig in de wederopbouw en stond de helft al terug recht voordat ook maar een plan kon uitgevouwd worden.

Jammer, Phi Phi is goed op weg Phuket in te halen als toeristische trekplijster, hetgeen ik net wou vermijden. Ik spendeer er een nachtje en ga wat snorkelen in het koraalrif. Tenminste is dit nog niet aangetast. 's Namidags neem ik de boot verder door naar Krabi, vanwaar de bus me naar Bangkok zal brengen. Maar dit pas nadat ik de fameuze Raylay beach heb gezien. Volledig omringd door een rotsmuur is het eiland bekend onder rotsklimmers. De moeite waard om te onderzoeken. De nachtbus brengt me morgen naar Bangkok... als het deze keer maar goed gaat.

dinsdag 4 november 2008

Thailand - Bankok, Floating markets & River Kwai

Bangkok is geniaal. Een mix van thaise cultuur en een scheutje westers: van de Emerald Buddha tempels en de kleurrijke daken van het koniklijke paleis naar de hoge torengebouwen op de Sukhumvit road. Indrukwekkend is het wel. Zowel het oude als het nieuwe. De tempels zijn tot in het kleinste detail uitgewerkt met mozaiken: in goud, zilver, vermiljoen rood en helblauw - zo kitsch dat het mooi is. Het nieuwe moet het meer hebben van het technische vernuft: de sky train rijdt tussen de torengebouwen door, keurig verzorgd, zo keurig en efficient zelfs dat we er hier in Belgie nog wat van kunnen leren.

We spenderen een aantal dagen in deze stad om dan een excursie te doen naar de floating markets en the bridge over the river kwai. The floating markets - ook te zien in James bond the man with the golden gun- zijn wat overtoeristisch geworden, niet meer dan een drijvende soevenir markt. Een beetje rondgedobberd van T-shirts met thailand er op naar beeldjes van Buddha dan weer naar nog wat andere brol. Het ging allemaal wat trager dan wat James Bond er over deed, maar traag gaat ook, en de markt was nog heel toen we vertrokken...
Vandaruit vertrokken we naar de Bridge over the river Kwai. De brug is het meest zichtbare en meest gekende symbool voor de verbindingspoorlijn naar Birma die de Jappen tijdens WOII bouwden. 100 000-den krijgsgevangen (waaronder 18 000 Nederlanders nvdr.) vonden hier de dood in de meest erbarmelijke omstandigheden waarin ze moesten werken. We lezen het verhaal in het lokale museum en lopen daarna over de brug. Iets te lang rondgelopen zo bleek, want het busje dat ons vervoerde stond al lang te wachten. Tijd uit het oog verloren. De chauffeur stak een versnelling bij richting Tijgertempel, het laatste onderdeel van de excursie, tevens het flauwste onderdeel.
De tijgerpagode staat te boek als een Buddhistische tempel waar de monniken de tijgers hebben kunnen bedwingen met pure meditatie... Niet dus, the drugs will do the work... Ik vroeg nog waarom die beesten er zo uigeteld lagen. "Ze hebben net gegeten" kreeg je dan als antwoord. Alle toeristen nog even op de foto met de tijger, en klaar was de zaak. De kassa rinkelde. Tigerpagode, geen aanrader dus. Maar onze excursie had toch een paar must-sees op het menu en daarom de moeite waard.