vrijdag 30 januari 2009

Australia - Victoria

Om niet steeds ellelange dagen in trein of bus te zitten neem ik de vlieger van Alice Springs naar Melbourne. Ik ga op visite bij Jozef (een kozijn van mijn opa) in Churchill (150km uit Melbourne). Ik hoopte dat het zuiden wat meer verkoeling ging bieden dan de temperaturen midden in de woestijn... Jammer genoeg kom ik hier temidden van de heetste hittegolf ever in Australia. Het is hier nog harder puffen als naast Uluru: 43 C.
Met Jozef ga ik op excursie naar Phillip Island, we willen wat verkoeling vinden voor de enorme hitte. Op Phillip Island hopen we de zonnende zeeleeuwen te spotten, maar het blijkt te warm voor hen, dan maar een frisse duik in het water. Een idyllisch weggetje dat we 's ochtends namen is 's avonds afgesloten door 3 verschillende bushfires. Grote rookwolken stijgen op achter de heuveltoppen. De bushfires zelf waren gevaarlijk dichtbij! Slechts 10 km van waar ik verbleef. Vingers kruisen dat de wind niet draait, anders is het bbq-me.
Na wat in Churchill rond gehangen te hebben loop ik natuurlijk ook nog even langs Melbourne. Nadal klopte Federrer en de laatste restjes Zwisters druipen af, de spaniaarden zijn het nog aan het vieren. Ik kuier wat rond in Melbourne, wat een gezellig sfeertje uitstraalt. De stad is nog maar 150 jaar oud, maar de kleine steegjes ademen wel gezelligheid uit. Ik bezoek ook nog een oude Delftse maat, en op zijn appartement doen we een echte bbq, ozzy style. Het weer is ook wat koeler geworden, dus het is hier echt wel gezellig. Zo gezellig zelfs dat mijn ma en pa al vrezen dat ik hier ga blijven plakken....

woensdag 28 januari 2009

Australia - outback (2)

Van Darwin neem ik de legendarische Ghan trein. De treinlijn verbindt Adelaide met Darwin, ik stap af in het midden van Australie: Alice springs. Midden in de woestijn een kleine oase maar toch nog ongeloofelijk heet.
Ik vertrek van daar op safari dieper to way outback. In een 4x4 truck rijd ik samen met een groepje andere avonturiers naar Uluru. Het is een flink stuk rijden dus het neemt het grootste deel van de dag in beslag. Onderweg een paar tussenstops, eentje ervan in een camel farm. Camels in Australia? Jawel, de eerste ontdekkingreizigers hadden een heel deel meegebracht omdat paarden de droogte van de woestijn niet konden doorstaan, kamelen wel (vandaar het logo van de Ghan trein: een ruiter op een kameel, daar zij de enigen waren die de woestijn door konden). En dan nog wel zo goed dat in het centrum van Australia horden wilde kamelen rondlopen. Enkele van de kamelen zijn nog te vinden in farms, lekker voor het vlees...
Maar goed, na de stop in de farm gaat onze toch door. Uit het raam turend is zo ver je kan zien vlakte. Echter ,deze tijd van het jaar is deze niet zo dor als men normaal gewend is: na vijf jaar droogte heeft overvloedige regenval het typische rode landschap omgetoverd in een groene zee. Het is eens iets anders natuurlijk. In de late namiddag (we waren vertrokken om 6u, dus reken maar uit hoe ver het rijden was) komen we aan in uluru. De rode berg die op elke Australische postkaart prijkt.
Volgens de Aboriginals is de rots ontstaan doordat twee jongelingen, die ver van huis op ontdekkingsreis waren gegaan (in vreemd terrein, waar ze dus volgens de aboriginal wetten niet mochten zijn) en zich in het vreemde land schuil hielden naast een waterpoel. En omdat ze zich daar verveelden stapelden ze wat modder op elkaar... tot, voila, die rode berg daar stond. Dan nog een hele boek aan verhalen om de gaten en spleten in de rots uit te leggen en dat alles maakt dat Uluru een van de meest heilige plaatsen is voor de Aboriginals. We maken een wandeling omheen de rots. Imposant is hij wel... Bij de juiste weersomstandigheden kan je op de berg klimmen maar dat is hieligschennis voor de Aboriginals, een gewetenskwestie voor Westerlingen (ze was .
De volgende dag gaan we naar de Kata Tjuta (de Olgas). Deze rotsformatie lijkt sterk op uluru, maar met alle respect voor het nationale monument van Australie, ik denk dat deze toch wat mooier is. Een wandeling door de vallei van de wind is dan ook nog adembenemender dan die rond de Uluru rock (de vliegen die rond je gezicht vliegen zo mogelijk nog adem benemender).
Na het wandelingetje in vliegenland rijden we door naar Kings creek. Ik maak er een helivluchtje over het land omdat ik nu toch de uitgestrektheid van dit land wou zien. En inderdaad, de valeien waarin we lopen zijn zo groot als de einder (en dat vanuit de helicopter). De boerderij vanwaar ik met de heli vertrek is groter als belgie (vandaar de heli), hun dichtste buurman woont op 3u rijden van hen. Vanuit de lucht zie je echt over wat voor afstanden we hier spreken. In de valei onderme lopen wilde paarden (ook geimporteerd door de settlers) rond van billabong naar waterhole.
Na een nachtje kamperen aan het kampvuur in de swag met een gezellige aussie muziek (ik kan het niet laten, dus de link staat hier onder).
Dag 3 van mijn expedite gaat naar King's Canyon. Een wandeling door het bergmassief geeft enkele verbazingwekkende kiekjes: de verloren stad, waarbij allemaal bijenkorfacthige rotsen zich voor je uitstrekken, rotsspleten etc. Nog een plonsje in the garden of eden - wel uitkijken voor de serpents (aboriginal legende die zegt dat in donkere poeltjes een slang zit. Iemand die te dicht bij het water komt wordt opgegeten... vrouwtjes die water moeten halen reppen zich dan ook uit de voeten als hun kan is gevuld. Dit verhaal had maar 1 doel: voorkomen dat de aboriginals in hun eigen drinkwater zouden zwemmen, en dat werkt, till white man came along).
Het zand is hier ook helrood. Ik wou wat meenemen als souvenier (maar daar ik niet zeker wist of dit zand ook heilig was zoals het uluru zand, waar je voor deze praktijk dus een ferme boete moet betalen, had ik het lumineuze idee het in het potje paprikapoeder te steken - niet traceerbaar toch?) maar daar iemand uit mijn groepje wat kruiden op zijn brood had gedaan, schoot er niet al te veel van mijn souvenier over - iemand een zandwish?















dinsdag 20 januari 2009

Australia - Outback (1)





note (muziekje op de achtergrond? klik hieronder de muziek aan en geniet van wat didge tunes)



Met de vlieger van Perth naar Darwin, enkel om er (zoals al de Australiers me al lachend zeiden) in het regenseizoen aan te komen. Goed en slecht nieuws. Het goede nieuws: alles staat in bloei en je kan de natuur in zijn volle pracht zien; Bad news: van tijd tot tijd komt er een tropisch stormpje overwaaien, waardoor soms een baan wegspoelt... Als ik Litchfield en Kakedu national park bezoek is het dus net de uitdaging om op de verschillende sights te geraken. Verschillende wegen zijn overspoeld door de hevige regenval. Andere wegen zijn op eigen risico, als je er eenmaal over bent en het begint te regenen... zorg dan dat je kampeer materiaal bij hebt. Maar desondanks de weersconditities geraken we overal zonder veel problemen (we hebben een 4x4 truck, dus als er een baan blank staat geraken we er nog door).
Litchfield park is minder gekend doch heeft een prachtige natuur. Je vindt er termietenheuvels zo hoog als 6m, of je komt in landschappen met een soort platte platen (de zogenaamde magnetische termieten).
Het laatste park, Kakadu, is ook gekend als "Belonga Mick" de achtertuin van Krokodile Dundee in de gelijknamige film. En inderdaad, veel van de scenes uit de film zijn te herkennen als je door het park rijdt. Krokodillen zijn ook in volle getale aanwezig, en als we met een bootje op de Adelaide river varen komen enkele vervaarlijk dichtbij. Kroks richten zich ook ver uit het water om hun prooi te vangen. Even hengelen met een stukje vlees en hopla, een "kleintje"van drie meter richt zich op op een armlengt van mij...
Het meest geniale aan Kakedu vind ik de mijnconcessies. In het park zijn enkele uraniummijnen. Toen er protest kwam omdat deze te midden van een prachtig natuurpark liggen was het antwoord van de regering: nee, het park ligt rondom de mijn, de mijn ligt niet in het park... Dus technisch gezien ben ik er een aantal keren in en uit gereden.
Het park wordt nu volledig door aboriginals gerund, het is nl. een van de gebieden die terug gegeven zijn aan de aboriginals. Ze hebben hier vele heile plaatsen, waarvan we er enkele konden bezoeken. Deze plaatsen gingen van magische rotstekeningen, speciale rotsformaties tot daverende watervallen. In de poeltjes rond de watervallen kunnen we zwemmen, maar zoals het bord aangeeft, op eigen risico, je weet nooit waar onze kroks zijn (gelukkig zijn dit dan de zoetwaterkroks die niet zo gevaarlijk zijn als die van de Adelaide river)
In Darwin zelf loop ik wat rond. Het Kakadu park is net iets te groot om aboriginals tegen te komen (ze zijn nu rangers daar) maar in Darwin zie je er vele rondlopen. Eigenlijk is het wel triest als je deze aboriginals ziet: dronken mensen die rond proberen komen met hun kunstwerkjes en hier en daar om een dollar bedelen . Ik probeer een gesprek aan te knopen met een van de elders, maar buiten een ongeloofelijke dranklucht komt er niet meer uit als "I'm painting a rainbow serpent" en "can you spare me a dollar". Wat later (eigenlijk gedurende mijn volgend verhaal) begreep ik wat hier allemaal aan de hand was. Echter, ik wil hier even op door gaan, voordat je denkt dat hier elke aboriginal een alcoholicus is.
De Australische staat heeft een aantal jaren geleden dus een groot stuk land terug gegeven aan de aboriginals. Hier geld terug de aboriginal wet. Ze leven niet echt meer een nomadisch bestaan, maar proberen zo goed mogelijk aan hun cultuur vast te blijven houden. Diegenen die je in de straat ziet zijn diegenen die ofwel verstoten zijn, ofwel gevlucht zijn van de harde aboriginal wet (een van de regels overtreden betekent een speer in je been, en dat is nog een milde straf).
Ik doe een lokaal indigenous art centre aan om toch iets te kunnen doen voor de gemeenschap, ik kocht er een didgeridoo. Het geld gaat direct terug naar de gemeenschap. Ik sluit verder mijn dagen af in Darwin met een bezoek aan het lokale museum om nog wat prachtige aboriginal kunst te zien. Deze kunst zijn de bekende puntschilderijen. Weet je trouwens hoe oud deze dingen zijn? Wat zeg je, 20 000 jaar? nee, ze zijn van '72, de aboriginals begonnen er mee om de blanken te misleiden zodat ze de betekenis achter de kunst niet konden verstaan. En voila, een van de meest populaire kunststromingen was ontstaan.

















Djembe Didgeridoo - Nature

maandag 19 januari 2009

Australia - (south) West Australia

Oh my god I can't believe it, I've never been this far away from home. Met dit streepje Kaizer Chiefs stap ik van de vlieger (hoewel ik de versie van Lilly Allen beter smaak, maar de remix is vast nog niet tot hier gekomen, ik geef hem hieronder toch even mee) in Perth.
Perth, opgepoetste stad aan de Westkust van Australia en zowat 40 graden warmer als Belgie, ben ik snel beu dus ik vertrek op missie naar het zuiden: Albany, Denmark en Walpole.
Het lijkt hier wat druk in Albany, als ik er 's avonds aankom is geen enkel hostal of GH vrij, ik zet mijn tent dan maar op naast een gerestaureerde ontdekkingsvaarder die daar staat te blinken in een parkje. Slapen doe ik niet al te veel: een half oog open en bij het minste geluid even checken of er niemand rondwandeld. Niet meer dan een paar rondhuppelende kangaroo's me dunkt. Het lijkt hier common practice te zijn je tent hier te zetten, tot mijn verbazing staat er wat verderop nog een tentje met wat wildkampeerders. Ik neem het van daar en loop riching Whaleworld. Ik doe beroep op een lift want in Australie ligt alles wat verder uiteen, al wandelend had ik er wss een dag over gedaan.
Whaleworld is de laatste walvisvaarder verwerkingsfabriek in Australie, of beter: was. Nu is het een museum waar de geschiedenis en de industrie (waar ik overigens weinig van af wist) wordt verteld. Je ziet er het dek waarop de wavlissen werden versneden, de ketels waar het vet in werd gesmolten, de silos,... Nog wat skeletten en zo verder. Luguber doch interessant.
Van Whaleworld neem ik terug een lift, ditmaal naar Denmark. Een Australische familie neemt me mee en ik krijg nog wat inside info over the Ozzy way. Eenmaal in Denmark doe ik een hostal. Een echt bed heb ik even nodig daar mijn laatste nacht wat slecht was. Een klein wandelingetje langs de bibbelmun track en dan schuilen voor een bui.
Van Denmark naar Walpole. Al liftend natuurlijk. Eerst een echte ruige australier in zijn jeep, daarna een moeder met kindje die me zelf even een gezellig strandje toonden waar zij en de familie kampeerden. Een plons en een paar liften verder stond ik in de Valley of the Giants, een soort tree top walk tussen bomen van meer dan 50 m hoog. Imposant.
Een laatste lift bracht me in Walpole. De familie die me een lift gaf was echt fantastisch: ik werd uitgenodigd voor avondeten, proefde al de wijnen die ze gekocht hadden (ter info: deze streek is de wijngaard van australie met wijnen als Tennants Creek, Margereth River, etc.) en kampeerde in hun tentenkamp. Echt gezellig. Na hun vertrek lieten ze me zelfs een flesje na.. geweldig toch?
Maar mijn excursie hier loopt ten einde. Ik neem na een paar daagjes Wibbelmun track (een van de meest fantastische wandelroutes die langs giant trees, door woodlands en alle landschappen hier gaat. Hem volledig aflopen zou 8 weken duren) de trein naar Perth. Deze streek kan me zeker terug verwachten, eindeloos mooi, maar er ligt nieuw avontuur voor me: Darwin!

Oh My God feat Lily Allen - Mark Ronson

donderdag 15 januari 2009

Singapore & exit Asia

Singapore en mijn laatste dagen Azia. Ik strand terug bij David die me nog enkele onverkende hoekjes van Singapore laat zien. Ik maak van de dagen hier vooral gebruik even op adem te komen en me voor te bereiden op de volgende fase: Australia.
De laastste avond spreek ik eerst af met Tante Ann (die is hier samen met Stephane) en we doen een gezellig dineertje en terasje. Achteraf rendez-vous op daaf zijn appartement. Ik neem Olivier en Stephane mee, want Daaf heeft grootse plannen: voor een vlucht mag je niet slapen.
En dat probeert hij vol te houden ook: eerst wat drankjes op zijn appartement met nog een belgisch koppeltje, en dan afzakken naar de Supper Club, chique keet (jammer genoeg haken Olli en Stephane af) om dan in de vroege uurtjes mijn spullen op te halen chez Daaf.Mission accomplished. Nachtje door. Nu nog de MRT naar de luchthaven nemen (iets te lang gewacht waardoor ik echt moet sprinten voor de vlucht, but we've made it).
Goodbye Asia. Einde van een groot hoofdstuk in mijn reis. 3 maanden trok ik (eerst met Olivier, dan alleen) doorheen het kleurrijke India, zocht ik verfrissing -na de aanval op mijn zintuigen in Varanasi - in Nepal en vloog ik door naar Thailand om van Pad Thai naar Thai massage en een dan nog een romantisch eilandje (Koh Chang) te doen. Chilling out in Laos en genieten van het kapitalistisch communisme in Vietnam en er de restanten van de 'Nam op te zoeken. Met de bike doorheen de Cardamom mountains om dan Cambodia af te sluiten met de tempel van Angkor.
Nieuwjaar in Singapore en een toertje in Malaysia. Een hele boterham, maar ik heb er echt van genoten. Australia ligt nu voor me, I'm going down under.

dinsdag 6 januari 2009

Malaysia - Cameron Highlands & exit malaysia

Ik zou normaal gezien Ridz (Reece, de Maleisische vriend) ontmoeten in KL, communicatie problemen gooiden roet in het eten. Ik hield me bij zijn plan om de Cameron highlands te bezoeken. Ik had de keuze tussen Taman Negara of dit, maar op aanraden van een rasechte Malay toch voor deze gekozen daar er hier naast jungle ook thee-,vlinder- en rozentuinen zijn.
Alleen op pad dus. Ik arriveer in de middag en wil dadelijk op pad. Als ik een tocht naar een wandeling naar een watervalletje in 20minuten afwerk terwijl men beweert 1u nodig te hebben, beslis ik nog wat anders te doen, dieper de jungle in. In vergelijking met dit pad is het vorige een voor rolstoelgebruikers en ik slinger me mbv lianen de berg af op weg naar een vergeten tempeltje te midden van de jungle. Het is al bij valavond als ik terug in de beschaving kom. Maar ja, ik heb er weer een goeie lap op gegeven, de tocht is normaal gezien een halve dag en ik deed er 2u over. Maar in al mijn enthousiasme schoot ik wel voorbij een van de bezienswaardigheden, de fameuze pitcherbloem (ik hou het er bij dat het uit seizoen is...) - ik realiseerde dit toen een wegwijzertje ineens de andere kant opwees.
De volgende dag was ik van plan vroeg te vertrekken. Niet al te veel geslapen door een ongeloofelijke ronk dus was toch al wakker. Een roti canai (lokaal gerecht) achter de kiezen en naar het lokaal busstation. "Bus to tea Garden? Come back at 10.30". Daar ging mijn plan om vroeg te vertrekken.
Misschien een geluk bij een ongeluk, want als ik nog eens langs het busstation loop voor mijn bus naar Singapore blijkt dat het niet mogelijk is om 's ochtends te gaan. - Waarom verkoop je dat ticket dan? vraag ik. Een knikje en de vraag wordt rustig aan de kant geschoven. Dit betekent wel dat ik de nachtbus op moet, en dus deze avond moet vertrekken om 5.30.
Goed, nog even langs een paar theetuinen en dan mijn zwaarste uitdaging van de dag: jungle lopen. Uitdaging moet er zijn, dus ik hol de berg op en duik het jungle pad in, zoals gisteren, maar dan in tweede versnelling.
In de avond neem ik de bus, quite a comfy one, maar slapen gaat moeilijk (Chinees die achter me ligt te ronken) dus ik steek wat gekauwde paginas uit mijn boek in mijn oren. Alles gaat goed tot aan de grens. Het probleem is dat ik het papieren propje niet meer uit mijn rechteroor krijg. De douane beamte vraagt me wat. - Eh? Can you say that in my left ear please?
Door mijn halfdove handicap verspil ik duidelijk wat te veel tijd aan de grens en is mijn bus al vertrokken als ik beneden sta. Wel een unieke manier om Singapore in te gaan, toch?

End note: mijn geimproviseerd propje is al uit mijn oor, dus alles in orde.

maandag 5 januari 2009

Malaysia - KL, PD en Melaka


Er wordt hier heel wat afgekort in Malaysia, het lijkt Holland wel. Ik neem dan ook de bus van Singapore naar KL (Kuala Lumpur), de HS van MY, wat voor mij gerust palmland kan gedoopt worden. Op de 5.5 uur durende busrit van Singapore naar KL is dit het enige dat je ziet: plantages monocultuur palmbomen, enkel en alleen voor wat palmolie. Maar uiteindelijk, als de laatste palmtak heeft moeten wijken voor urbanisatie, doemt daar voor je op, in het schemerdonker van de vallende avond... de prachtig verlichte petronas torens.
Als ik de volgende ochtend naast deze torens sta (je moet weten, elke ochtend worden er tickets uitgedeeld voor de skybridge, wie op tijd is geraakt er in, anders ben je noodgedwongen toeschouwer vanop de grond. Ik had bedacht dat het wel laag seizoen zou zijn en er niet te veel touristen vroeg zouden opstaan om een ticketje, dus toen mijn wekker ging plakte mijn kussen net iets te hard om op te staan... laagseizoen? niet dus - ik ben dus noodgedwongen grondtoeschouwer) valt mijn mond open van verwondering. Zo'n toren is echt uniek. Volledig in blinkend aluminium aan de buitenkant, glimmend in de zon - voorbijgestoken in de ranglijst voor de hoogste toren (Tapei 101 en dan heb je nog de Arabieren: Burj Arab), maar nog steeds uniek. Terwijl ik wat sta te kijken loop ik een Maleisisch gast tegen het lijf. Ik uit mijn verontwaardiging over de skybridge (waar ik dus niet op mag wegens geen ticket) en hij nodig me uit voor een typisch malay ontbijt. Hij nodigt me uit om na het vrijdagsgebed mee te gaan naar zijn huis, PD.
PD, nee niet het Frans voor gatridders maar Port Dickson, een stad wat ten zuiden van KL en in de buurt van het Maleisisch F1 circuit. Zijn huisje staat wat verdoken achter wat bosjes en onder een paar hoogspanningslijnen, maar ziet er keurig uit. Ouders heeft hij niet meer, maar alles van broers, zussen, neven en nichten vinden er onderdak. Het is echt een sneak preview van het Maleisisch leven.
Ik wordt er ingewijd in de lokale gebruiken en krijg allerlei gerechten te proeven. De volgende dag is het mijn beurt: ik leer echt Malay te koken. We maken samen chili pasta, curry en sweet&sour... fantastisch interessant/lekker. Na onze cullinaire escapade even de PD-beach bezoeken. Het weekendje PD zit er op.
Reece, mijn Malay maat moet naar KL, ondertussen ga ik naar Melaka, eens onderzoeken wat de portugezen hier hebben uitgestoken...
Melaka is een prachtig stadje. Je vindt er naast het Stadhuys de ene kerk na de andere. Eerst die van de portugezen, dan de hollanders en uiteindelijk van de Engelsen. Er is wat gevochten om dit plaatsje... Ik kuier wat rond van een oud hollands pleintje, naar een engelse kerk, langs wat hollandse grafstenen via de portugese wijk naar de chinese kwartieren, naast little india (oh ja, en ertussen wonen wat Malay)... het is hier een echte meltkroes der volkeren, en in de verte worden de gelovigen tot gebed aangemaand - Alah akbar. Alles is heel gezellig, dan toch tot er een bus jappen wordt gedropt...

zaterdag 3 januari 2009

Laat me beginnen met u allen een gelukkig nieuwjaar te wensen!
Het was even stil hier op de blog. Ik moest ondertussen wat reizen voordat ik op mijn nieuwjaarsbestemming (Singapore) aankwam. Maar ik ben er geraakt.
Singapore zelf is een ongeloofelijke stad! Superclean, georganiseerd nog niet gezien in Europa. De stad zelf is een smeltpot van Westerlingen, Chinezen, Maleiziers en Indiers. Iedereen respecteert elkaar en viert elkanders feesten. Dat wil zeggen dat hoewel het aantal westerlingen beperkt is, iedereen zich opmaakte voor de festiviteiten van nieuwjaar. In Marina Bay stond het podium al klaar en werd het vuurwerk voorbereid.
Het nieuwjaar zelf vierde ik samen met Olivier, die voor de gelegenheid nog even boven water kwam, en de familie Vermeulen in het Pan Pacific hotel. Het was een ongeloofelijk gezellige avond (waarvoor mijn grootste dank, Fam. Vermeulen) en we telden samen af, met zicht op de baai, naar het nieuwe jaar. Ik heb toen mijn wensen uitgedeeld, maar voor iedereen die er niet was heb ik er natuurlijk ook een paar: een gelukkig jaar met veel voorspoed, een goede gezondheid, geluk en al wat je je kan wensen...