zaterdag 27 december 2008

Cambodia - Battangbang to Angkor


David is via Singapore langs Belgie naar de skipistes, Benny is zijn vriendin gaan opwachten in Bangkok en ik ben terug onderweg. Ik wil niet ordinairweg de bus nemen naar Siem Reap maar probeer, op aanraden van een Nederlands stel, via Battambang de stad naast de moeder der tempels - Angkor - te bereiken.
Op deze manier steek ik het grote meer over centraal in Cambodia. Zonder overdrijven, dit was mijn beste boottocht ooit. De boot vertrok 's ochtends vroeg in Battambang (een stad die overigens niet veel te brengen had) en we vaarden het riviertje af, slalommend tussen de visnetjes die de arme vissertjes hadden uitgezet. De bootreis zelf kan enkel na het natte seizoen ondernomen worden daar deze anders vast komt te zitten in het slijk. Maar de tijd was perfect en de boot vaarde door. Maar van het riviertje kwamen we niet bepaald in het meer uit... Een verdronken woud spreidde zich voor ons uit met daarin een smalle vaarweg gehakt. De boot vaarde er behendig door maar dat op zich was al vrij spectaculair: de boot was net iets breder dan de uitgehakte vaarweg (waardoor ik regelmatig even moest wegduiken om een tak te ontwijken) en er waren op de koop toe nog wat boten die we moesten passeren (een van de twee moet dan in de bomen) - geniaal. Na het tochtje door het verdronken woud en langs drijvende dorpjes kwamen we eindelijk aan in Siem Reap.
Na de kerst ga ik op verkenning in de tempels. Het hele tempelgebied is zo uitgestrekt dat als je het helemaal wil zien, je best een weekje blijft. Ik wil als fervent Angkor aanhanger twee dagen tempelen. De tempels zijn het enige overblijfsel van het verdwenen Khmer rijk (de goden waren de enige die een stenen tempel verdienden, sterfelijken waren er niet aan toe) en de tempels moeten te midden van de uitgestrekte stad (die toendertijd een veelvoud was van het Parijs of London van Europa) hebben gelegen. Magnifiek. De eerste dag huurde ik een tuk tuk om me van tempel naar tempel te voeren. Angkor Thom, Baylon,... en als apotheose Angkor Wat, de mooiste tempel die ik ooit gezien heb in mijn leven. In de ondergaande zon gloeit hij rood op - Magnifiek!

woensdag 24 december 2008

Cambodia - motorcycle diarees


Het plan is om samen met Benny en David de Cardamom mountains te doorkruisen. Bekijk je google maps dan zul je zien dat er niet echt wegen getekend zijn... Maar onze kaart vertelde anders: Een aantal wegen doorkruisten het gebied. Vanuit Pnom Penh vertrokken we met cross bikes (zware motoren om door modder en zwaar terein te gaan) en reden het gebied in. Hoe verder het gebied in, hoe slechter de wegen. De wegen waren op den duur stoffige wegels waar het vrij moeilijk sturen was. David ging hier ten val en hield er een brandwonde aan over (David's benen zijn dan ook een dagboek op zichzelf waarbij de wonden en littekens hem aan zijn avonturen herrinneren) maar gelukkig hadden we onze doktor bij (Benny).
In de avond werd het pad helemaal te vaag. We stonden met onze crossers in het bos, de weg was te volgen. Stemgeluiden in de bossen leidden ons uiteindelijk naar en baadplaats in de rivier. Klein detail: het was de damesbadplaats - maar dat kon niet te veel schelen (warm weer dus ik baad) en de dames waren vertrokken voordat ze hun was hadden gedaan. Daar het begon te schemeren en we niet echt veel kanten meer uit konden gingen Benny en ik op zoek naar een slaapplaats. Deze vonden we uiteindelijk, bij een lokale rijstboer, die het perfect vond dat we in zijn hutje bleven slapen(het was een van de armste hutjes tot hiertoe: een platform een meter en half boven de grond met een dakje en verder niets. Perfect voor onze doeleinden.
De boer in kwestie maakte het feestmaal klaar: gepekelde haring en rijst. Geniaal moment toen de pot haring het vuur afviel en in een grote rookpluim het vuur doofde (David had de pot er af gekickt toen hij bij het vuur ging zitten) - ik kwam niet meer bij. De haring werd uit de assen gevist, gewassen - het feestmaal was gered- en heel de valei heeft nog 10 jaar leut.
De volgende dag werd duidelijk dat het pad niet echt meer bestond zoals het op de kaart stond. We keerden dus terug om een ander pad te nemen in de bergen. Dit pas was zo mogelijk nog zotter. Rotsige baan (waar onze crosser toch vlot over ging) en doorheen vele riviertjes. Bij het vallen van de avond kwamen we bij een dusdanig grote rivier dat we de bikes er door zouden moeten duwen en klopten aan bij een hutje.
Blijven slapen? geen probleem! we kregen een bed, maar de mannen waren al aan het slapen - geen eten dus.
Waar we de avond op hadden gewacht werd ons in de ochtend des te groter voorgeschoteld en we waren weer klaar voor een stevige dag. Eerst de bikes door het water geduwd en we zaten terug in het zadel. We dachten dat het een eitje ging worden, maar te vroeg gejuichd. Een nieuwe rivier crossing bood zich aan. Deze was echt zwaar werk: door water over een zandduin en dan op een steil pad omhoog waar de banden in pattineren, dus het was duwen. In het zweet, terug op het pad. Maar het zwaarste moest nog komen: de kleimodder was zo sticky zodanig dat de motos vast kwamen te zitten, bijna onmogelijk los te maken. Na een aantal van die poeltjes doorzwommen te hebben hadden we het gehad - change of plans: Sihanoukville.
Het strand roepte en we hadden al heel wat getrotseerd dus we keeden het stuur om (jaja weer doorheen alles wat ik hierboven vertelde) en gingen de baan op richting strand.
Sihanoukville zouden we pas de dag erna bereiken, maar met easy rider bril op en de zware moto onder het gat, was onze entry wel gemaakt. Wat chillen op het strand, baden (wat moeilijker voor David met zijn been in de windels, maar hij kan wat circustruks om zijn been droog te houden en de rest op het strand toch even te vermaken). Weer volledig op krachten rijden we terug naar Pnom Penh, een lange saaie route over de baan, but the easy riders got there without trouble.

zaterdag 13 december 2008

Vietnam - Saigon & Mekong Delta

Rendez-vous met David in Pnom Penh. Ik neem de trein naar Saigon (Hu Chi Minh City) vanuit Da Nang. Een slaaptrein. Eigenlijk wijk ik zo wat van het toeristische pad af, het kost me wat meer, maar dat in het midden gelaten is dit een van mijn mooiste ervaringen in Vietnam. De toeristen nemen meestal de goedkoopste optie: de open bus die je dan van toeristische centrum naar toeristisch centrum brengt.
De trein moest ik toch eens genomen hebben, een uitgelezen kans. Ik nam eerst de lokale bus naar Danang om daar de trein te nemen. Danang is een van de grootste steden in Vietnam, niets te zien daar, dus toeristen zijn schaars. Elke Vietnamees die ik daar langsloop komt spontaan een praatje slaan, een echt praatje, geen verkooppraatje zoals het steeds het geval is. Twee studenten komen me toegelopen, he, toerist. Kom, voordat je de trein opgaat moet je bij ons komen eten... Ik wordt in een klein studentenkamertje begeleid en krijg daar heerlijke homemade rijst-vis pla. Maar de klok tikt en mijn trein mag ik niet missen.
Wat later zit ik in mijn compartiment. Ook daar vindt iedereen het fantastisch dat er een toerist op de trein zit. Iedereen die een andere taal dan Vietnamees kan komt dit even oefenen bij mij. Mijn compartiment zat vol, maar gezellig was het wel. Een nachtje later kom ik in Saigon alias Hu Chi Minh City aan. Ik leg mijn spullen in een dormitory en ga de stad bezoeken: het reunification palace (deze van de worldpress foto waar de tank door de poort rijdt), wat pagodas, het war remnant meseum (niet echt smakelijk, alle gruwel van de oorlog in fotos uitgesmeerd), etc.
Ik hou het bij dit vandaag. Eens vroeg in bed om de volgende dag een excursie naar de Mekong Delta te doen. Met een bootje op de Mekong op verschillende eilandjes waar de mensen verschillende typische ambachten uitoefenen waaronder het maken van cocossnoepjes. Lekker.
Ik maak me op voor de busreis naar Pnom Penh, maar dat na een gezellige avond met wat Australiers die ik leer kennen op de boot.

donderdag 11 december 2008

Vietnam - Hue, DMZ & Hoi An

Eens wat meer cultuur opdoen. Hue en Hoi An zijn beiden pareltjes in Vietnam. Hue is de oude keizerlijke hoofdstad en binnen de muren van de citadel staat een replica van China's verboden stad. Majestueus is het wel. De volledige omwalling inclusief grachten zijn intact en je neemt best een fiest als je er rond wil fietsen. Voor de citadel staat een enorme vlaggenmast. Het heldenverhaal nu is dat tijdens de oorlog een commando hier de VC vlag is komen hijsen(en dit in Amerikaans verdedigd Zuid Vietnam). Het is touwens wonderbaarlijk dat er nog zoveel van de citadel en de gebouwen overschiet. Met een Israelische vriend tour ik wat rond met de fiets: tempels, verboden stad, graftombes en paleizen, mijn dagje is gevuld.

Ik ben richting HCMCity aan het reizen dus mijn volgende stop is Hoi An, een historisch bewaard gebleven handelsstad waar alles nog gezellig is... Maar vooraleer de bus te nemen naar Hoi An wou ik graag de gedemilitariseerde zone nog eens zien (DMZ). Dit stukje land was tijdens de oorlog in Vietnam de zwaarst bevochten zone en er liggen hier nog veel restanten. Het geen mij meest interigeerde waren de tunnels van Vinh Mhoc, de VC en bewoners van het locale visserdorpje leefden hier 11jaar ondergronds onder continu bestookt te worden door Amerikaans geschut.

Na mijn VC avontuur de gezelligheid van Hoi An! Daar ik een beetje afgeweken was van de normale route (DMZ) was het niet echt makkelijk om er te geraken: een bus zou me tot daar brengen maar bleek dan toch niet daar te stoppen en werd ik zowaar op in the middle of nowhere uit de bus gekicked. Maar zoals je kan zien is uw sterreporter in goede gezondheid en heeft hij het zonder kleerscheuren tot in Hoi An gemaakt. Over kleerscheuren gesproken. Als je iets van kleren nodig hebt is this the place to be: 200 couturiers in dit kleine stadje, tempting to buy me a suit... but then I'll have to drag it, so rather not...
Edit myself: het was zodanig verleidelijk en nu reis ik met drie pakken rond: twee jassen voor Patricia en een Overjas voor mezelf. Damn, Vietnamezen zijn ten eerste goede kleermakers, maar het zijn zeker goede verkopers (voor drie op maatgemaakte jassen heb ik nog geen 100euro betaald).


Maar nu even een strandje doen met wat travel buddies (dat is ook het leuke, ik reis alleen en kom steeds dezelfde mensen tegen... Dus als men mij vraagt: reis je niet te snel? wel, this is the pace... I go with the flow - en soms ook waar er geen flow is, en vroeg of laat kom je terug op het algemene pad en keer op keer kom ik ze tegen)

maandag 8 december 2008

Vietnam - Ha Noi

Hanoi of Ha Noi zoals de Vietnamezen het liever schrijven is een bruisende stad. Ik neem ergens een hotelkamertje in het oude kwartier. Je moet je inbeelden, duizenden brommertjes door de straten, complete chaos, rood licht telt niet en diegene met de luidste toeter heeft voorrang. Oversteken is een kleine zelfmoord, maar als je in een rechte lijn loopt en de zelfde snelheid aanhoudt kunnen ze je mirakuleus genoeg ontwijken. De hele stad lijkt bezaait met kleine winkeltjes, al wie een pand heeft dat aan de straat grenst moet er een shop in maken. Dat is nu net de ironie van Vietnam. Het is een communistisch land, maar ik heb (buiten India dan) nog nergens zo geldhebberige mensen gezien als hier. Je bent hier ook snel millionair: een fles water is 10 000 Dong, dus voor iets groter tel je al snel een miljoen neer... Je ziet dan ook soms mensen met een plastic zakje vol geld over de straat lopen (een dik pak briefjes er in - zo'n 20cm papier). Deal hier, deal daar - je kan ook best 's ochtends iets kopen, de Vietnamezen denken dat de eerste klant gelukt brengt, dus maakt het voor hen minder uit hoeveel je betaalt daar de dag goed zal zijn - en steeds over geld natuurlijk.
Ik trek de stad door - halfzot door de wirwar van scooters en mensen - op weg naar Hu Chi Minh's mausoleum. Uncle Ho wou gecremeerd worden maar tegen zijn wil in is hij gebalsemd en in een prachtig mausoleum gelegd wat een klein bedevaartsoord is geworden voor de Vietnamezen. Alles is hier Hu Chi Minh: HCM museum, HCM city, HCM house, ... .
Naast HCM mausoleum doe ik ook het militair museum aan. De geschiedenis volgens de Vietnamezen verteld: "de bloederige Amerikaans oorlog", "de puppet regering in Saigon", "war cruelty of the Americans", "de Vietnamese heldendaden", glorie triomf, ... Buitgemaakt Amerikaans materiaal wordt hier tentoongesteld samen met Russisch materiaal wat de VC gekregen hadden van de Russische vrienden. En steeds werden hun woorden op het bijschrift gewikt en gewogen: Amerika = bad, People's Republic of Vietnam = good.
Wat ook nog leuk is hier in Hanoi is het waterpoppenspel. Wat je je hierbij moet voorstellen zijn verschillende poppen die ahw dansen op het water. Een soort marionette maar dan komen de touwtjes van een mechanisme onder water. Op de speciale oosterse muziek dansen draken en mensen en spelen zich kleine verhaaltjes af. Zeker leuk om zien.
Maar Ha Noi heb ik nu wat gezien, dus ik neem de bus naar Hue voor meer spannende avonturen.

donderdag 4 december 2008

Vietnam - Ninh Binh, Halong Bay

Wie Vietnam zegt denkt onmiddelijk aan de oorlog tegen de VC, wie de oorlog in Vietnam zegt denkt onmiddelijk aan de hippies , wie de hippies zegt denkt natuurlijk aan drugs en wie drugs zegt krijgt het aan de stok met onze sponsor.


Maar alle gekheid op een stokje, sinds kameraad douanier zit ik de hele tijd met the tour of duty in mijn hoofd. Fietsend tussen rijstvelden kan ik me een amerikaanse helicopter inbeelden die laag over komt vliegen op zoek naar Charlie. Want hoewel het mijn doel was het eerst te maken tot in Hannoi was ik het rondbussen wat moe en ben gestopt in Ninh Binh. Ninh Binh een landelijke gemeente en bekend om zijn prachtige krijtrotsformaties die opdoemen tussen de rijstvelden.

Je kan dan met een bootje tussen de rijstvelden door varen af en toe een grot bezoeken. Klinkt heel toeristisch allemaal, dat is ook zo als je van Hannoi komt, ik had wat verderop een bootje genomen en was daar de enige westerling. En dan is het gebarenalfabet heel handig natuurlijk. Ik had me een fiets gehuurd om wat tussen de rijstvelden te kunnen fietsen in het landschap. Een tochtje richting noorden bracht me bij een grote pagode. Ik was getuige van het plan Vietnam tot een toeristische trekpleister te maken: de hele site was een enorme werf. Alles werd daar weer van scratch opgebouwd onder het goedkeurend oog van de partij. Ik stelde me luidop de vraag of de gehele pagoda nu gebouwd werd voor de toeristen of gerenoveerd, maar geen antwoord natuurlijk, ze verstaan hier geen Engels.

Na dit tripje trok ik verder noordwaarts, Halong bay (Unesco world heritage site). Rotsformaties doemen hier uit het groene water op. De legende zegt dat de draak, verdreven uit het binnenland, in zijn laatste vlucht voor een crashlanding in de oceaan, met zijn staart de grillige vorm in het landschap maakte. Verschillende vissers claimen dat ze de draak hebben gezien, maar de overheid ziet hier natuurlijk de dreiging van een buitenlandse onderzeeer in.
Met een boot vaar ik tussen de verschillende rotsformaties door, imposant. Wat het allemaal iets Vietnameser maakt is dat er tussen de rotsformaties volledig drijvende stadjes en dorpjes zijn. Vietnamezen leven eigenlijk voornamelijk op of in het water, en dat is duidelijk te zien.
Na een dagje op zee is het tijd voor wat vis: a red snapper van 3kg met 6 personen... lekker. Halong Bay ziet er niet enkel fantastisch uit, het smaakt zelfs goed!

dinsdag 2 december 2008

Laos - Vientienne, Vang Vieng & exit to Vietnam

De hoofdstad van Laos, Vientienne (normaal gezien Vieng Chang, maar dat lag de Franse colonisten niet goed in de mond blijkbaar), is niet echt een must see: het heeft weinig geschiedkundige waarde daar Luang Prabang vroeger de plak zwaaide. Desalnietemin moet ik de stad toch even gezien hebben voordat ik Laos verlaat.

Ik neem de bus van Luang Prabang en rij zuidwaarts naar de hoofdstad. De rit zou 12u duren, maar je voelt hem al komen: motorpech. 5 uren geklop en getimmer later (het was een nachtbus, dus daar ging de rust) konden de locals hem terug herstellen. Ik vond dat de bus opvallend harder trilde, waarschijnlijk was de motorvering er uit gesloopd, die hadden ze niet meer nodig. Enigszinds geradbraakt kom ik aan in Vientienne waar de Guest Houses opvallend vol zijn. Het gerommel in Thailand drijft vele reizigers naar buurland Laos, en dus langs Vientienne.
In Vientienne zelf bezoek ik het Buddha park en wat lokale tempels. De sfeer is vrij bizar: de stad is niet samenhangend en het toeristische centrum is de enige plaats waar een cafeetje langer openblijft, de rest blijft gesloten.

Van Vientienne begin ik mijn Exodus naar Vietnam, maar mijn plan is dat in stukken te verdelen. Ik stop dus in Vang Vieng, een vrij toeristische plaats waar vooral Britten tijdens het tuben (op een binnenband van de rivier dobberen) zich hier komen bezuipen. Ik verkies de mountainbike en ga de komende dagen de omgeving wat : grote krijtrotsformaties staan hier midden tussen de rijstvelden. Ongelooflijk mooi om zien.


Van Vang Vieng ga ik een zelden bereisd pad op: schuin omhoog naar Sam Nua. Ik ben dan ook de enige buitenlander op de bus en mensen kijken me wat vreemd aan. Ergens in de nacht stappen twee verdwaalde Tchechische meisjes in, met als bestemming Hannoi.. He, ik ook. Let's team up. De volgende middag komen we aan in Sam Nua, de meisjes blijven daar, maar ik wil graag Vieng Xai bezoeken. De bus naar de grens rijdt er door, dus afspraak de volgende morgend om samen de grensoversteek te doen.


De geschiedenis van Vieng Xai brengt ons regelrecht terug naar de oorlog in Vietnam. Hu Chi Minh had een smokkelroute om wapens naar Zuid Vietnam te brengen. Deze route was doorheen Laos en een doorn in het oog voor de Amerikanen. 11 jaar lang werd de gehele strook van Laos bestookt met bommentapijten. En de communistische Pathet Lao leefde teruggetrokken in deze zone, ondergronds. Verschillende gangenstelsels boden shelter aan totaal 2000 mensen. Dit op zich is al de moeite waard.


Maar mijn trip gaat door. Oostwaards met als bestemming Hannoi. De grens is weerom hetzelfde liedje: stempeltje hier, lachje daar, wss nog wat betalen om god-weet-welke-reden en dan doorlopen naar de volgende post.


Als we bij de Vietnamese grenspost aankomen is het wel grappig: kameraad douanier spreekt een mondje Tchechisch (uit het CCCP tijdperk werden er blijkbaar wat uitwisselingsprojecten gedaan) en helpt ons aan vervoer, want ongelooflijk maar waar: geen bussen naar de grensovergang. Overpriced and weerom geradbraakd komen we aan in Vietnam, hetzij niet in Hannoi maar in Thath Hoa, maar ik heb genoeg gereisd dus kan wel een kamer gebruiken met een bedje.


dinsdag 25 november 2008

Laos - Slow boat & Louang Prabang

Vanuit Pai direct na mijn trektocht vertrokken naar de grensovergang met Laos (Chang Khong). Vandaaruit neemt de slow boat me mee op de Mekong richting Louang Prabang. Slow is hij in ieder geval die boot. 2 dagen dobberen met als decor de banken van de machtige Mekong. De rivier heeft serieus wat stroming en het vergt heel wat stuurmanskunst om tussen de verschillende rotsblokken in het water door te sturen. Na 2 dagen op een houten bankje kom ik aan in Louang Prabang. De stad is een vroegere hoofdstad van Laos, maar heeft meer weg van een provincie hoofdstadje. Moest ik zelf met de boot hebben gevaren, ik zou de stad gewoon zijn voorbijgegaan zonder het te merken.
Na de boottocht ervaring ben ik blij dat ik eens een echt bed zie. De dag erop ga ik wat meer uitgeslapen de stad in. Verschillende tempels staan op het menu. En het leuke is dat heel de stad vergeven is van de monniken. Wat me opvalt is dat er opvallend veel Fransen zijn. Laos was een voormalige kolonie en velen hebben het bijwoord niet door. Onze zuiderburen kennende weten we natuurlijk dat een Fransman geen enkele andere taal spreekt. De Lao kennen al lang geen Frans meer en hebben in de plaats Engels geleerd. Maar dat stopt de Fransen niet om gewoon door te praten. Ik herinner me zelf een keer in Thailand dat een Frans koppel aan alle toeristen ging vragen of ze Frans spraken of ze konden vragen aan de receptie of er een kamer was... ga zo op reis.
Maar goed, met Engels kom je al een heel stuk verder en het bracht mij in de namiddag bij de Chuang watervallen, wondermooi. Vele kleine watervalletjes met waterterrassen die voortkomen uit een mega grote waterval.
Na mijn plons rep ik me terug en spring de bus in naar Vientianne. Een 12h durende reis?

zaterdag 22 november 2008

Thailand - Chang Mai, Pai en the village people

Na een weekje chillen in Koh Chang (een prachtig eiland in the Thaise golf) zijn we weer klaar voor avontuur. De week Koh Chang was voor mij vooral een blij weerzien met Patricia, voor Olivier een rustige tijd, die hij blijkbaar niet al te ver van Patricia en mij heeft doorgebracht; nl. een paar bamboohutten verderop (zonder het van elkaar te weten).
De trip naar Chang Mai (in het Noorden van Thailand) maakten we in de nachttrein, ongelooflijk, een lekker bedje, 10u slaap en compleet uitgeslapen wakker worden op je bestemming. Chang Mai heeft niet zo veel autenthieks meer te bieden. Vroeger moet het een prachtige stad geweest zijn, met een omwalling en een gracht er rond, maar enkel kleine stukjes restanten blijven over. Van de oude tempels is hier en daar nog iets overgebleve, dus neemt een verkennende tocht ons daarheen. Olivier heeft weer eens een Thai massage gezien, dus die ben ik een hele dag kwijt.
's Avonds gaat een Thai Box match door, en dat is wel een spektakel. Buiten wat opwarmertjes stonden er twee internationale wedstrijden op het programma: Thailand - Canada & Thailand - Spanje en verder nog een spectaculaire match van echte pro's. De ene gast was hierin iets te sterk en de tegenstander lag na de tweede wedstrijd al op de grond...
Genoeg Chang Mai, een lokale bus brengt ons in een vier uur durende zigzagrit door de bergen naar het dorpje Pai. De Thais aan boord konden er duidelijk niet goed tegen zo te ruiken aan het zure luchtje. Maar in Pai zelf ruikt alles jungle-fris. Dat was ook de reden dat we naar Pai gekomen zijn. Vanuit dit dorpje vertrekken nl. veel trektochten de heuvels in naar de village people. Deze natuurlijk niet die van YMCA, maar verschillende stammen zoals de Lisu, Karen (de long necks) en andere.
Na een valse start - we dachten dat we de volgende dag na aankomst in Pai al een trektocht konden doen, maar die bleek afgelast wegens het afhaken van andere trekkers - vertrek ik alleen de bergen in, Olivier wou de tocht niet meer maken. Langs een geniaal pad door de jungle bereik ik uiteindelijk het Lisu dorp. Het dorpje is nog niet platgelopen door de toeristen zoals de vele andere dorpen in de buurt. Bij het binnenlopen van het dorp begint een kindje al te huilen, bang voor de vreemdelingen...
Ik breng daar de nacht door, na weer een doofstomme conversatie met veel gebaren en gezichtsmimiek, en wordt samen met de lokale haan - wiens klok duidelijk niet correct staat (de mijne stond op 3 u 's ochtends) - wakker. Een kleine ochtendexcursie voor het zware werk brengt ons in de gouden driehoek. De gouden driekhoek is het gebied tussen de grenzen van Laos, Birma en Thailand. Dit stukje niemandsland heeft geen wetten en staat dus ook bekend als de werelddraaischijf van de opiumhandel.
Na het tochtje en een lokaal ontbijt (rijst natuurlijk) zijn we klaar voor het tweede deel van de trektocht. We dalen af in dichtbegroeide bamboobossen en banen onszelf een weg met de manchette.
Ergens midden in het bamboobos blijven we overnachten. Met stukken bamboo en bananenbladeren maken we onszelf een hut, erna gaan we vissen voor het avondmaal. Geniaal, de gids (een local) leert ons te overleven en we eten bamboowormen, zelfgevangen vis en een slang! en leren hoe we met simpele middelen rijst en dergelijke kunnen maken.
Na een nacht op bananenbladeren (niet zo comfortabel) was ik blij dat we het hutje gemaakt hadden, een tropische kletterbui raasde namelijk door de nacht. Droog gebleven en opgestaan maakte ik het laatste deel van de tocht af en stond ik al snel terug in Pai. Ik heb echt genoten van het stukje jungle excursie.

donderdag 6 november 2008

Thailand - Tsunami hazard zone

Een aantal jaren geleden rolde een golf zowaar even over de Indische oceaan met in haar zog een spoor van vernieling, een filmpje :




Die sporen moesten toch even nader onderzocht worden. We trokken dus naar Phuket met de nachtbus, een vreemde historie: we hadden een slaapbus geregeld zodanig dat we onder de rit konden uitslapen om fris en monter de volgende ochtend onze oogjes te openen in Phuket. Fout gedacht. Ergens om 4 uur 's ochtends worden we bruut gewekt en slaapdronken uit de bus gezet. De bagage lag al uit de bus. Vanzodra de laatste uit de bus stapt stuift deze er volle vaart mee weg. Verbouwereerd blijven we achter, samen met een groepje toeristen. Iemand ontdekt een jas in zijn rugzak die er vreemd is. Bleek van een andere backpacker te zijn. Nog allerlei spullen lijken van zak te zijn gewisseld. Ik check mijn bagage na, alles intact. Gelukkig had ik het net er over gespannen en had de vlijtige thai in het bagageruim niet de kans er iets uit of in te steken. Vreemde affaire. We worden in kleinere busjes gezet en gaan met een andere bus door. Na een reisje van 18h uiteindelijk Phuket. Phuket... jaja het meest toeristische oord van Thailand. Ik ben een beetje allergisch voor massa toerisme, dus kiezen we op het eiland een ietwat rustigere plaats uit - Ao Katon. Twee mooie stranden spreiden zich uit. Het zand nog steeds prachtig wit. Een verkennende snorkeltocht toont opvallend veel kapotte stukken koraal, maar het levende koraal heeft weining aan schoonheid moeten inboeten... en de halve cast van Finding Nemo is nog steeds te zien. Geweldig.

's Avonds gaan we naar Patton op een gehuurde scooter, het beruchte nachtleven op Phuket moet toch even nader onderzocht worden. En ja hoor, zatte Engels drinken zich lam en op elke hoek van de straat klinkt het "Pussy Ping Pong sir?". Gierige backpackers als we zijn kopen we een pint in de supermarkt en kijken we het even aan.

Ik zit met een ietwat krapper tijdschema (Patricia land 8/11 in Bangkok, dus ik moet er zijn) en blijf dus niet te lang in Phuket. Ik vertrek richting Koh Phi Phi, een van de zwaarst getroffen eilanden, Olivier blijft achter om te feesten. Phi Phi eiland is een prachtig stukje eiland waar een smalle landtong twee begroeide rotsformaties verbind. De tsunami had alles op de landtong weggevaagd, maar daar was niet veel van te zien. Heel het eiland was volgebouwd.

De regering had na de Tsunami getracht een ecologisch eiland op te bouwen. Een verse start liet dit toe. Jammer genoeg was de Thai iets te vlijtig in de wederopbouw en stond de helft al terug recht voordat ook maar een plan kon uitgevouwd worden.

Jammer, Phi Phi is goed op weg Phuket in te halen als toeristische trekplijster, hetgeen ik net wou vermijden. Ik spendeer er een nachtje en ga wat snorkelen in het koraalrif. Tenminste is dit nog niet aangetast. 's Namidags neem ik de boot verder door naar Krabi, vanwaar de bus me naar Bangkok zal brengen. Maar dit pas nadat ik de fameuze Raylay beach heb gezien. Volledig omringd door een rotsmuur is het eiland bekend onder rotsklimmers. De moeite waard om te onderzoeken. De nachtbus brengt me morgen naar Bangkok... als het deze keer maar goed gaat.

dinsdag 4 november 2008

Thailand - Bankok, Floating markets & River Kwai

Bangkok is geniaal. Een mix van thaise cultuur en een scheutje westers: van de Emerald Buddha tempels en de kleurrijke daken van het koniklijke paleis naar de hoge torengebouwen op de Sukhumvit road. Indrukwekkend is het wel. Zowel het oude als het nieuwe. De tempels zijn tot in het kleinste detail uitgewerkt met mozaiken: in goud, zilver, vermiljoen rood en helblauw - zo kitsch dat het mooi is. Het nieuwe moet het meer hebben van het technische vernuft: de sky train rijdt tussen de torengebouwen door, keurig verzorgd, zo keurig en efficient zelfs dat we er hier in Belgie nog wat van kunnen leren.

We spenderen een aantal dagen in deze stad om dan een excursie te doen naar de floating markets en the bridge over the river kwai. The floating markets - ook te zien in James bond the man with the golden gun- zijn wat overtoeristisch geworden, niet meer dan een drijvende soevenir markt. Een beetje rondgedobberd van T-shirts met thailand er op naar beeldjes van Buddha dan weer naar nog wat andere brol. Het ging allemaal wat trager dan wat James Bond er over deed, maar traag gaat ook, en de markt was nog heel toen we vertrokken...
Vandaruit vertrokken we naar de Bridge over the river Kwai. De brug is het meest zichtbare en meest gekende symbool voor de verbindingspoorlijn naar Birma die de Jappen tijdens WOII bouwden. 100 000-den krijgsgevangen (waaronder 18 000 Nederlanders nvdr.) vonden hier de dood in de meest erbarmelijke omstandigheden waarin ze moesten werken. We lezen het verhaal in het lokale museum en lopen daarna over de brug. Iets te lang rondgelopen zo bleek, want het busje dat ons vervoerde stond al lang te wachten. Tijd uit het oog verloren. De chauffeur stak een versnelling bij richting Tijgertempel, het laatste onderdeel van de excursie, tevens het flauwste onderdeel.
De tijgerpagode staat te boek als een Buddhistische tempel waar de monniken de tijgers hebben kunnen bedwingen met pure meditatie... Niet dus, the drugs will do the work... Ik vroeg nog waarom die beesten er zo uigeteld lagen. "Ze hebben net gegeten" kreeg je dan als antwoord. Alle toeristen nog even op de foto met de tijger, en klaar was de zaak. De kassa rinkelde. Tigerpagode, geen aanrader dus. Maar onze excursie had toch een paar must-sees op het menu en daarom de moeite waard.

woensdag 29 oktober 2008

Thailand - Bangkok

We hebben het subcontinent achter ons gelaten en zijn met het vliegtuig naar Bangkok vertrokken. Keurige vlucht... Jet Airways (ook Indisch) heeft er blijkbaar meer kaas van gegeten als Indian airways.
Bangkok- een wereld van verschil met de dingen die we gezien hebben in India of Nepal. Alles zeer keurig verzorgd en goed georganiseerd. Bijna westers... op die olifanten na die de straat hier oversteken. Na in de watten te worden gelegd in casa Clovyn (bedankt Frank en familie) trokken we de stad in om eens te proeven van het Thaise avondleven. Naast de lady-boys loopt het hier vol van hoertjes, die wachten op grijze westerlingen die niet voor het mooie weer naar hier gekomen zijn. We kijken het aan van naast een oud volkswagen busje, die is omgebouwd tot een cocktailbar. We trekken het niet te lang: de reis zit ons nog in de kleren. Eens vroeg naar bed, dat doet deugt.
Ondertussen heb ik wat foto's online gezet... klik op de slideshow hier links en je komt dan in ons album.


EDIT: in het foto-album zijn locatie toegevoegd. Zo kan je volgen waar ze genomen zijn.

dinsdag 28 oktober 2008

India - Kolkata & Sunderban

Terug naar India. Onze vlucht naar Bangkok vertrekt uit Kolkata (Calcutta) dus we moeten maken dat we er op tijd zijn. We hadden berekend dat een reis overland ons meer dan drie dagen zou kosten: bus, trein en alle problemen van dien. We hadden daarom besloten een kort vluchtje te nemen van Kathmandu naar Kolkata.

Het vliegen op zich was al een avontuur. We vlogen met air India, dus het was allemaal geregeld door Indiërs - brilliant. Er vertrokken maar twee vliegtuigen: eentje naar Delhi en eentje naar Kolkata. Iedereen aan het wachten in de wachtzaal. Na een tijdje roept men af dat de reizigers naar Delhi zich naar de deur kunnen begeven. Een keurige rij wordt gevormd, maar er komt geen beweging in. Door de luidspreker galmt opeens dat de mensen met een ticket naar Kolkata zich naar de deur moeten begeven (jaja, dezelfde deur). De file wordt wat langer. - Nu komt het. Blijkbaar zijn de officials er nog niet helemaal uit wie er nu eerst moet. Eentje neemt het heft in handen en roept voor iedereen dat de mensen van Kolkata eerst moeten. Komplete chaos. Iedereen drumt naar de deur. Wordt weer geroepen dat de vlucht van Delhi eerst is... ambiance.

Goed, toch door de deur geraakt staan we klaar op het tarmac om het vliegtuig in te stappen. Of dat dachten we toch. Eerst nog eens een grondige check van de handbagage. Check 3 was dit dan. Na een uurtje schilderen voor de vlieger toch opgestegen en zoals je kan zien, veilig geland.



Kolkata - stad van ons moeder Theresa. Een vrij nieuwe stad, daar hebben de Engelsen de hand in gehad. Ze hebben er gewoon eentje van scratch gebouwd. Het was dus net iets (maar niet veel) keuriger dan in Delhi, en we vonden al snel een kamertje in het cockroach palace hotel. Genoeg van dit smerige Indië. Na een kort bezoekje aan de stad vertrekken we naar het grootste mangrovewoud ter wereld: Sunderban.

Territorium van de Bengaalse koningstijger en misschien het laatste ongerepte stukje land in India. De tocht naar het park is al een avontuur op zich. We vertrekken met een gids - die ons verzekerde dat we niet meer dan een T-shirt nodig hadden- met de trein richting park. Ondertussen begint het te gieten, een halve moesson valt neer. Na de gare-terminus van de trein moeten we te voet verder en komen we aan een eerste waterloop. Door het lage tij kunnen we niet met bootjes over - te voet dan maar. We waren toch al doornat door de regen, dus het maakte niet veel meer uit. Aan de andere oever gekomen een uurtje met een motor rickshaw weer aan een watertje gekomen. Nog natter dan voorheen kunnen we deze keer wel een boot op. Hup watertje over. Het begint te waaien, dus het is ijzig koud. De andere over. We zetten onze doorweekt de trip door op een fietsrickshaw. Totaal doorweekt en verkleumd komen we aan op onze slaapplaats. Ongelooflijk hoe het warme maal smaakte.

De volgende dag was het gelukkig gestopt met regenen en vertrokken we met een pot pot boot (luid genoeg elk dier in het hele gebied van onze komst te verwittigen) de mangrove in, op zoek naar een tijger. De dag voor onze aankomst had men net nog eentje gevangen, niet veel verder dan onze lodge. De tijgers zwemmen geregeld wel eens een kanaaltje over om zich te goed te doen aan een koetje of soms een mens, als hij in de weg staat.
Maar voor ons dus niets van dat. Monitors, kleine aligators, schilpadden en wat apen.... maar koning tijger liet zich niet zien.

Na een dagje pot-pot op het water en ergens in alle stilte te liggen wachten op een dorstige tijger vertrekken we weer richting Kolkata. Het was een vermoeiend tripje, en hoewel we geen tijger te zien kregen, zeker de moeite waard.

woensdag 22 oktober 2008

Nepal - ABC

Namaste! - een Nepalese goeiedag. We zijn net terug van een weekje trekken in de bergen naar het Annapurna Base camp (ABC). Dit is het base camp vanwaaruit de expedities naar de Annapurna worden gehouden, deze berg is de 10e hoogste van de wereld. Natuurlijk had het veel mooier geweest dat we in het Everest base camp uit zouden komen, maar dat kon onze kassa niet aan. We moesten daarvoor een vliegtuigje nemen (idd, hetzelfde waarvan er eentje een paar weken is gecrasht, het ligt er zelfs nog voor de landingsbaan), en de totale tocht zou een 15 dagen in beslag nemen. We kozen dus voor de Annapurna. Niet minder mooi-integendeel. We trokken van dorp naar dorp door rijstvelden en langs riviertjes omhoog, door bamboo bossen en langs watervallen...
We hadden een kaart gekocht met daarop de ideale route, dwz aangewezen stops enz. Volgens de kaart zouden we op 5 dagen ABC kunnen halen, om dan in 3 dagen terug te kunnen komen. We waren al slecht begonnen: we waren nl. vergeten een trekker's permit te kopen dus een halve dag ging al de mist in. Dit hebben we ruimschoots goed gemaakt. We stonden al in het vierde dorpje voor de top einde dag 2. Aan dit tempo stonden we dus dadelijk weer in Pokhara - dat was ook niet het plan. We lasten nog even een makkelijk dagje in om dan vervolgens helemaal naar boven te stoten. Het aanzicht van de Annapurna's is het mooist bij zonsopgang, dus moesten we vroeg uit onze nest. Omdat we niet in het base camp zelf wouden slapen - het leek ons net iets te veel gehypt- moesten we dus van wat verder komen en stond de wekker om 4.15. Met lege maag, en nog steeds aan een lekker tempo gingen we omhoog, tot aan het Annapurna Base Camp. Zeer mooi lichtspel, de opkomende zon. We bleven daar even staan, bewonderend.
Toen de afdaling; we zaten in een goede vibe, dus sprongen de paadjes naar beneden, proberend de Nepalese Porters (gastens met mandjes op hun rug) te volgen. Dit ging echt lekker. Voor we het wisten waren we beneden (en waren ook onze knieen uitgeteld). Na even op adem te komen kozen we echt voor het avontuur. We wouden afwijken van de voorgeschreven routes. Onze kaart gaf nog een andere valei aan naast de Annapurna vallei. We staken dus door over de heuvelrug, het avontuur in. We liepen hier echt door de rijstvelden (op de dijkjes). Boertjes die net rijst aan het oogsten hadden keken op alsof ze nog nooit een Westerling hadden gezien. We liepen door tot we in Lwang aankwamen en vroegen voor eten en onderdak . We kregen al thee met bufallo melk en wat later bevonden we ons in een gezellig huisje op een lemen vloer Dhal Bat te eten (rijst met een saus en wat curry, de nationale schotel - men eet dit als ontbijt en avondmaal). Olivier lag snel onder de lakens. Ikzelf probeerde me nog wat te vermaken met de locals. Ze verstonden geen woord Engels, dus veel hand en benenwerk was nodig. Wat later zat ik samen met de familie boontjes te pellen en wat liedjes te zingen. Gezellige boel.
De volgende dag toonden ze ons hun Thee garden, allemaal zeer keurig. Maar dan was het tijd voor afscheid en zetten we onze tocht verder door een machtig landschap over verschillende hangbruggen die de rivieren overspanden om veel later in Pokhara aan te komen. De tocht naar de Annapurna was mooi, maar ons laatste zijtripje was toch echt wel onvergetelijk!

woensdag 15 oktober 2008

Nepal - Katmandu, Pokhara

Van Varanasi de bus op richting Katmandu, Nepal. We waren de drukte en de stank van India een beetje beu en wouden de natuur in. De busreis alleen was op zich een avontuur. In totaal zouden we 26 uur op de bus zitten. De eerste bus nam ons van Varanasi tot aan de grens (eigenlijk een andere bus, we hadden ons al goed gesettled in de ene bus die dan toch bleek afgeschaft te zijn, dus dan maar in het gedrocht ernaast). Een tweede van de grens tot aan Varanasi. Over de grens rijden, dat lukt hier nog niet. We moesten dus te voet van het ene busstation, langs de indische douane (uitchecken) en dan verder naar de nepalese douane (inchecken) naar het nepalese busstation.

Kapot in Katmandu aangekomen toch maar even een slaapkuur volgen. Eens bij krachten trekken we de stad in. Katmandu heeft een heel gezellig karakter, kleine straatjes en duizenden tempeltjes, nisjes en stupa’s. De mensen zijn hier ook wat rustiger als in India, je kan dus over straat lopen...

Omdat we toch nog meer naar natuur willen, vertrekken we na een dagje katmandu richting budhanilakanta, om een tour te doen op de heuvels rond de katmandu valei.

Een trektocht van 3 dagen om te eindigen op de top van een heuvel, Nagarkot, met een prachtig uitzicht over de himalayas. En ergens tussenin de Mt everest (als kleine dot). Om dit spectaculaire schouwspel te zien moeten we voor dag en douw op met het reizen van de zon. Wekker gezet om 5.45.... helaas: we zitten in een wolk. Geen uitzicht.

Opnieuw proberen. Ditmaal gaan we hoger. Naar de voet van de Anapurna. Boven de wolken op zoek naar de view. Op het moment van schrijven zijn we nog in Pokhara, maar morgenvroeg gaan we klimmen, 7 dagen lang om in het Anapurna base camp aan te komen. We houden jullie op de hoogte van onze avonturen... tot over 7 dagen.

donderdag 9 oktober 2008

India - Varanasi

We namen de trein uit Jhansi (dat is naast Orcha, waar we reeds de tempels hadden bezocht) richting deze stad. Een nachttrein, een antieke nogwel. Tussen de Indiers gelegen en 11 uur later waren we eindelijk op onze bestemming: Varanasi.

Varanasi, voor de Hindu's de heiligste stad. De stad ligt aan de Ghanges en naar verluid ga je direct naar het Nirvana als je hier wordt gecremeerd. Wat een ongeloofelijke mix.


Op de oevers van de Ghanges vinden we de verschillende Ghats, dat zijn de trappen waarop de Hindu's zich 's ochtends wassen in het Ghangeswater. We stonden op om 5u deze morgen om vanop een bootje dit ritueel te kunnen aanschouwen. Honderden Hindu's zegden hun gebeden op terwijl ze naar de opkomende zon staarden. Op de achtergrond klonk de muziek en het gezang van de priesters die aan Shiva de dagelijkse offers opdraagden. Verschillende baders namen ook een slokje van het heilige (reinigende) water.


Wat verderop werden de houtstapels al voorbereid voor de crematie van de doden. Eerst een stapel hout, dan de dode, dan weerom een stapel hout. De rijken hebben hoge torens, de armen een gammel hoopje, nauwelijks genoeg voor crematie. De assen worden in de Ghanges gekipperd. Ook indien het crematieproces niet volledig is geslaagd verdwijnt de hele hoop de Ghanges in...
En de levenden baadden en dronken.


dinsdag 7 oktober 2008

India - Agra, Orcha en Kujharhao

We zitten nu in Jharsi, te wachten op de trein die ons naar Varanasi zal brengen. De voorbije dagen hebben we vele mooie dingen in India gezien, maar toch nog niet veel tijd gehad om ze hier op onze blog openbaar te maken...
Ons verhaal (nou ja, 1 postje dus totnogtoe vrij kort) was geeindigd in Delhi, waar we duidelijk niet te lang wouden blijven. Goed, van Delhi reden we richting Agra, de plaats van de Taj Mahal. We hadden onszelf een chauffeur geregeld. De treinen waren allen volgeboekt en het andere openbaar vervoer in India is niet van die aard om een dergelijke trip te ondernemen, tenzij we 180km vastklampend aan de buitenzijde van een bus, rugzak in de arm, ons tussen de locals wouden mengen.
De Taj. In menig boek beschreven als het summum van de liefde, witte parel, etc. en dit is niet gelogen. We begaven ons voor dag en douw richting Taj om ze in al haar pracht tegen de opkomende zon te kunnen aanschouwen. En hoewel het opstaan een beetje pijn deed, we hadden er geen ogenblik spijt van. Ongeloofelijjk. Shah Jahan had dit mausoleum voor Mahal, zijn tweede vrouw die stierf bij de geboorte van hun 14e kind, laten bouwen. Pure perfectie. Alles uit witte marmer en elke verfraaingen bestaande uit ingelegde stenen. Sommige stenen lichten op wanneer ze beschenen worden... ongeloofelijk.
Na ons te hebben vergaapt aan deze pracht vertrokken we richting Orcha, een heiligdom voor de Hindu's vanwege de Brahma tempel. Buiten deze tempel stonden er nog enkele restanten van paleizen, die veel weg hebben van de tempels uit jungle boek waar koning Louis (de aap) zijn optrekje had gemaakt. Het zit er dan ook vergeven van de apen... Oh ja, dan zijn er nog deze: "need local guide sir??" - locals die in alle monumenten zich als gids hun diensten aanbieden. We bedanken er meestal om, de meesten onder hen zijn notoire oplichters en trekken elke roepie uit je zak. Onze gids (boek) wijst ons de weg...
Als laatste hebben we Kujharhao bezocht. Deze plaats, te midden van de jungle staat bekend om -niet lachen- zijn kamasutra tempels. De tempels zijn versierd met delen uit de kamasutra, en daar konden wij als Europese toeristen toch niet omheen. Na een paar ludieke taferelen te hebben bestudeerd en in ons dagboek uitvoerig te hebben gedocumenteerd vertrok onze wagen riching Jharsi, en daar zijn we dan, wachtend op de trein richting Varanasi.

vrijdag 3 oktober 2008

India - Delhi

Na een lange vlucht kwamen we eindelijk aan in Delhi. Het was reeds 12.30 toen we de luchthaven uitkwamen en de drukte van de menigte in de aankomsthal inliepen. Taxi sir?? no thanks. Proberen niet opgelicht te worden, dat was de boodschap. We sloten een deal met een man die ons voor 310 roepies naar een hotel ging brengen. Klonk goed... We volgden de man naar diens wagen. Opeens greep iemand ons bij de arm: don't go with this man, he's not to be trusted. Het bleek eenoplichter te zijn. Een goede start, opnieuw proberen, ditmaal bij de staatstaxi. Deze wordt door de politie gecontrolleerd en is 100% safe.
om 2.00 waren we uiteindelijk in het hotel aangekomen. We hadden op safe gespeeld, de gids waarschuwd voor veel truukjes bij toeristen die 's nachts aankomen...
De volgende dag maakten we ons op voor een tour door Delhi. We hadden een deal gemaakt met een driver die ons doorheen de hele stad nam. Doordat het de herdenking van de verjaardag van Ghandi himself was en de Muslims ook nog eens het einde van de Ramaddam vierden was het bijzonder rustig in de stad. Dit gaf ons het ongeloofelijke voordeel dat we in een mum van tijd doorheen de hele stad konden cruisen zonder veel oponthoud. We zagen de Lakshmi Mandir, het graf van Mahadma Ghandi, de Indian gate, the parliament en als kers op de taart Humayun's tomb (foto). Een prachtig mausoleum uit marmer en rode zandsteen.
Op een namiddag hadden we het meeste wel gezien. We wouden weg uit de stank van de hoofdstad. We regelden vervoer naar Agra, de stad van de Taj Mahal....


donderdag 2 oktober 2008

dankwoordje

Voordat we onze verhalen gaan posten laat ons even toe om nog een woordje van dank te posten. De voorbije maanden hebben we hier naar toe geleefd. Alles pakken en voorbereiden, zorgen dat de papieren en paperassen in orde zijn... en dat hebben we niet alleen gedaan. Vooraleerst willen we daarom ons mama en papa bedanken voor de goede zorgen en dit zeker op het laatste moment voor het vertrek waar de zakken nog moesten worden gepakt en last minute nog veel dingen in orde moesten gebracht worden. Dank je wel mama en papa.
Maar ook willen we graag onze families en vrienden bedanken, omdat ze erbij waren op ons afscheidsfeest/drink. En vooral het laatste duwtje in de rug om onze kas wat bij te spekken.
Bedankt!

donderdag 4 september 2008

Goodbye party


Voordat we vertrekken kunnen we natuurlijk niet anders dan nog eens een flink feestje te geven.
Daarom is iedereen uitgenodigd 26 september in club royal te sint niklaas.

Zorg dat je er bij bent

woensdag 20 augustus 2008

Voorbereiding

Onze route is grotendeels degene die is weergegeven op bovenstaande kaartje. Voor het wereldticket moesten de vluchten reeds vaststaan. De datum konden we nog aanpassen gedurende de reis. Om zo vrij mogelijk te zijn hebben we slechts in grote lijnen de route uitgestippeld. Al de rest is on the road in te vullen. Doch, in grote orde zullen we deze tijdslijn respecteren:

Op deze manier verdelen we de reis in 3 blokken: het deel Azië, Oceanië en een deel Zuid-Amerika. De spannende avonturen die we daar gaan beleven kan u natuurlijk volgen op onze blog.