zaterdag 27 december 2008

Cambodia - Battangbang to Angkor


David is via Singapore langs Belgie naar de skipistes, Benny is zijn vriendin gaan opwachten in Bangkok en ik ben terug onderweg. Ik wil niet ordinairweg de bus nemen naar Siem Reap maar probeer, op aanraden van een Nederlands stel, via Battambang de stad naast de moeder der tempels - Angkor - te bereiken.
Op deze manier steek ik het grote meer over centraal in Cambodia. Zonder overdrijven, dit was mijn beste boottocht ooit. De boot vertrok 's ochtends vroeg in Battambang (een stad die overigens niet veel te brengen had) en we vaarden het riviertje af, slalommend tussen de visnetjes die de arme vissertjes hadden uitgezet. De bootreis zelf kan enkel na het natte seizoen ondernomen worden daar deze anders vast komt te zitten in het slijk. Maar de tijd was perfect en de boot vaarde door. Maar van het riviertje kwamen we niet bepaald in het meer uit... Een verdronken woud spreidde zich voor ons uit met daarin een smalle vaarweg gehakt. De boot vaarde er behendig door maar dat op zich was al vrij spectaculair: de boot was net iets breder dan de uitgehakte vaarweg (waardoor ik regelmatig even moest wegduiken om een tak te ontwijken) en er waren op de koop toe nog wat boten die we moesten passeren (een van de twee moet dan in de bomen) - geniaal. Na het tochtje door het verdronken woud en langs drijvende dorpjes kwamen we eindelijk aan in Siem Reap.
Na de kerst ga ik op verkenning in de tempels. Het hele tempelgebied is zo uitgestrekt dat als je het helemaal wil zien, je best een weekje blijft. Ik wil als fervent Angkor aanhanger twee dagen tempelen. De tempels zijn het enige overblijfsel van het verdwenen Khmer rijk (de goden waren de enige die een stenen tempel verdienden, sterfelijken waren er niet aan toe) en de tempels moeten te midden van de uitgestrekte stad (die toendertijd een veelvoud was van het Parijs of London van Europa) hebben gelegen. Magnifiek. De eerste dag huurde ik een tuk tuk om me van tempel naar tempel te voeren. Angkor Thom, Baylon,... en als apotheose Angkor Wat, de mooiste tempel die ik ooit gezien heb in mijn leven. In de ondergaande zon gloeit hij rood op - Magnifiek!

woensdag 24 december 2008

Cambodia - motorcycle diarees


Het plan is om samen met Benny en David de Cardamom mountains te doorkruisen. Bekijk je google maps dan zul je zien dat er niet echt wegen getekend zijn... Maar onze kaart vertelde anders: Een aantal wegen doorkruisten het gebied. Vanuit Pnom Penh vertrokken we met cross bikes (zware motoren om door modder en zwaar terein te gaan) en reden het gebied in. Hoe verder het gebied in, hoe slechter de wegen. De wegen waren op den duur stoffige wegels waar het vrij moeilijk sturen was. David ging hier ten val en hield er een brandwonde aan over (David's benen zijn dan ook een dagboek op zichzelf waarbij de wonden en littekens hem aan zijn avonturen herrinneren) maar gelukkig hadden we onze doktor bij (Benny).
In de avond werd het pad helemaal te vaag. We stonden met onze crossers in het bos, de weg was te volgen. Stemgeluiden in de bossen leidden ons uiteindelijk naar en baadplaats in de rivier. Klein detail: het was de damesbadplaats - maar dat kon niet te veel schelen (warm weer dus ik baad) en de dames waren vertrokken voordat ze hun was hadden gedaan. Daar het begon te schemeren en we niet echt veel kanten meer uit konden gingen Benny en ik op zoek naar een slaapplaats. Deze vonden we uiteindelijk, bij een lokale rijstboer, die het perfect vond dat we in zijn hutje bleven slapen(het was een van de armste hutjes tot hiertoe: een platform een meter en half boven de grond met een dakje en verder niets. Perfect voor onze doeleinden.
De boer in kwestie maakte het feestmaal klaar: gepekelde haring en rijst. Geniaal moment toen de pot haring het vuur afviel en in een grote rookpluim het vuur doofde (David had de pot er af gekickt toen hij bij het vuur ging zitten) - ik kwam niet meer bij. De haring werd uit de assen gevist, gewassen - het feestmaal was gered- en heel de valei heeft nog 10 jaar leut.
De volgende dag werd duidelijk dat het pad niet echt meer bestond zoals het op de kaart stond. We keerden dus terug om een ander pad te nemen in de bergen. Dit pas was zo mogelijk nog zotter. Rotsige baan (waar onze crosser toch vlot over ging) en doorheen vele riviertjes. Bij het vallen van de avond kwamen we bij een dusdanig grote rivier dat we de bikes er door zouden moeten duwen en klopten aan bij een hutje.
Blijven slapen? geen probleem! we kregen een bed, maar de mannen waren al aan het slapen - geen eten dus.
Waar we de avond op hadden gewacht werd ons in de ochtend des te groter voorgeschoteld en we waren weer klaar voor een stevige dag. Eerst de bikes door het water geduwd en we zaten terug in het zadel. We dachten dat het een eitje ging worden, maar te vroeg gejuichd. Een nieuwe rivier crossing bood zich aan. Deze was echt zwaar werk: door water over een zandduin en dan op een steil pad omhoog waar de banden in pattineren, dus het was duwen. In het zweet, terug op het pad. Maar het zwaarste moest nog komen: de kleimodder was zo sticky zodanig dat de motos vast kwamen te zitten, bijna onmogelijk los te maken. Na een aantal van die poeltjes doorzwommen te hebben hadden we het gehad - change of plans: Sihanoukville.
Het strand roepte en we hadden al heel wat getrotseerd dus we keeden het stuur om (jaja weer doorheen alles wat ik hierboven vertelde) en gingen de baan op richting strand.
Sihanoukville zouden we pas de dag erna bereiken, maar met easy rider bril op en de zware moto onder het gat, was onze entry wel gemaakt. Wat chillen op het strand, baden (wat moeilijker voor David met zijn been in de windels, maar hij kan wat circustruks om zijn been droog te houden en de rest op het strand toch even te vermaken). Weer volledig op krachten rijden we terug naar Pnom Penh, een lange saaie route over de baan, but the easy riders got there without trouble.

zaterdag 13 december 2008

Vietnam - Saigon & Mekong Delta

Rendez-vous met David in Pnom Penh. Ik neem de trein naar Saigon (Hu Chi Minh City) vanuit Da Nang. Een slaaptrein. Eigenlijk wijk ik zo wat van het toeristische pad af, het kost me wat meer, maar dat in het midden gelaten is dit een van mijn mooiste ervaringen in Vietnam. De toeristen nemen meestal de goedkoopste optie: de open bus die je dan van toeristische centrum naar toeristisch centrum brengt.
De trein moest ik toch eens genomen hebben, een uitgelezen kans. Ik nam eerst de lokale bus naar Danang om daar de trein te nemen. Danang is een van de grootste steden in Vietnam, niets te zien daar, dus toeristen zijn schaars. Elke Vietnamees die ik daar langsloop komt spontaan een praatje slaan, een echt praatje, geen verkooppraatje zoals het steeds het geval is. Twee studenten komen me toegelopen, he, toerist. Kom, voordat je de trein opgaat moet je bij ons komen eten... Ik wordt in een klein studentenkamertje begeleid en krijg daar heerlijke homemade rijst-vis pla. Maar de klok tikt en mijn trein mag ik niet missen.
Wat later zit ik in mijn compartiment. Ook daar vindt iedereen het fantastisch dat er een toerist op de trein zit. Iedereen die een andere taal dan Vietnamees kan komt dit even oefenen bij mij. Mijn compartiment zat vol, maar gezellig was het wel. Een nachtje later kom ik in Saigon alias Hu Chi Minh City aan. Ik leg mijn spullen in een dormitory en ga de stad bezoeken: het reunification palace (deze van de worldpress foto waar de tank door de poort rijdt), wat pagodas, het war remnant meseum (niet echt smakelijk, alle gruwel van de oorlog in fotos uitgesmeerd), etc.
Ik hou het bij dit vandaag. Eens vroeg in bed om de volgende dag een excursie naar de Mekong Delta te doen. Met een bootje op de Mekong op verschillende eilandjes waar de mensen verschillende typische ambachten uitoefenen waaronder het maken van cocossnoepjes. Lekker.
Ik maak me op voor de busreis naar Pnom Penh, maar dat na een gezellige avond met wat Australiers die ik leer kennen op de boot.

donderdag 11 december 2008

Vietnam - Hue, DMZ & Hoi An

Eens wat meer cultuur opdoen. Hue en Hoi An zijn beiden pareltjes in Vietnam. Hue is de oude keizerlijke hoofdstad en binnen de muren van de citadel staat een replica van China's verboden stad. Majestueus is het wel. De volledige omwalling inclusief grachten zijn intact en je neemt best een fiest als je er rond wil fietsen. Voor de citadel staat een enorme vlaggenmast. Het heldenverhaal nu is dat tijdens de oorlog een commando hier de VC vlag is komen hijsen(en dit in Amerikaans verdedigd Zuid Vietnam). Het is touwens wonderbaarlijk dat er nog zoveel van de citadel en de gebouwen overschiet. Met een Israelische vriend tour ik wat rond met de fiets: tempels, verboden stad, graftombes en paleizen, mijn dagje is gevuld.

Ik ben richting HCMCity aan het reizen dus mijn volgende stop is Hoi An, een historisch bewaard gebleven handelsstad waar alles nog gezellig is... Maar vooraleer de bus te nemen naar Hoi An wou ik graag de gedemilitariseerde zone nog eens zien (DMZ). Dit stukje land was tijdens de oorlog in Vietnam de zwaarst bevochten zone en er liggen hier nog veel restanten. Het geen mij meest interigeerde waren de tunnels van Vinh Mhoc, de VC en bewoners van het locale visserdorpje leefden hier 11jaar ondergronds onder continu bestookt te worden door Amerikaans geschut.

Na mijn VC avontuur de gezelligheid van Hoi An! Daar ik een beetje afgeweken was van de normale route (DMZ) was het niet echt makkelijk om er te geraken: een bus zou me tot daar brengen maar bleek dan toch niet daar te stoppen en werd ik zowaar op in the middle of nowhere uit de bus gekicked. Maar zoals je kan zien is uw sterreporter in goede gezondheid en heeft hij het zonder kleerscheuren tot in Hoi An gemaakt. Over kleerscheuren gesproken. Als je iets van kleren nodig hebt is this the place to be: 200 couturiers in dit kleine stadje, tempting to buy me a suit... but then I'll have to drag it, so rather not...
Edit myself: het was zodanig verleidelijk en nu reis ik met drie pakken rond: twee jassen voor Patricia en een Overjas voor mezelf. Damn, Vietnamezen zijn ten eerste goede kleermakers, maar het zijn zeker goede verkopers (voor drie op maatgemaakte jassen heb ik nog geen 100euro betaald).


Maar nu even een strandje doen met wat travel buddies (dat is ook het leuke, ik reis alleen en kom steeds dezelfde mensen tegen... Dus als men mij vraagt: reis je niet te snel? wel, this is the pace... I go with the flow - en soms ook waar er geen flow is, en vroeg of laat kom je terug op het algemene pad en keer op keer kom ik ze tegen)

maandag 8 december 2008

Vietnam - Ha Noi

Hanoi of Ha Noi zoals de Vietnamezen het liever schrijven is een bruisende stad. Ik neem ergens een hotelkamertje in het oude kwartier. Je moet je inbeelden, duizenden brommertjes door de straten, complete chaos, rood licht telt niet en diegene met de luidste toeter heeft voorrang. Oversteken is een kleine zelfmoord, maar als je in een rechte lijn loopt en de zelfde snelheid aanhoudt kunnen ze je mirakuleus genoeg ontwijken. De hele stad lijkt bezaait met kleine winkeltjes, al wie een pand heeft dat aan de straat grenst moet er een shop in maken. Dat is nu net de ironie van Vietnam. Het is een communistisch land, maar ik heb (buiten India dan) nog nergens zo geldhebberige mensen gezien als hier. Je bent hier ook snel millionair: een fles water is 10 000 Dong, dus voor iets groter tel je al snel een miljoen neer... Je ziet dan ook soms mensen met een plastic zakje vol geld over de straat lopen (een dik pak briefjes er in - zo'n 20cm papier). Deal hier, deal daar - je kan ook best 's ochtends iets kopen, de Vietnamezen denken dat de eerste klant gelukt brengt, dus maakt het voor hen minder uit hoeveel je betaalt daar de dag goed zal zijn - en steeds over geld natuurlijk.
Ik trek de stad door - halfzot door de wirwar van scooters en mensen - op weg naar Hu Chi Minh's mausoleum. Uncle Ho wou gecremeerd worden maar tegen zijn wil in is hij gebalsemd en in een prachtig mausoleum gelegd wat een klein bedevaartsoord is geworden voor de Vietnamezen. Alles is hier Hu Chi Minh: HCM museum, HCM city, HCM house, ... .
Naast HCM mausoleum doe ik ook het militair museum aan. De geschiedenis volgens de Vietnamezen verteld: "de bloederige Amerikaans oorlog", "de puppet regering in Saigon", "war cruelty of the Americans", "de Vietnamese heldendaden", glorie triomf, ... Buitgemaakt Amerikaans materiaal wordt hier tentoongesteld samen met Russisch materiaal wat de VC gekregen hadden van de Russische vrienden. En steeds werden hun woorden op het bijschrift gewikt en gewogen: Amerika = bad, People's Republic of Vietnam = good.
Wat ook nog leuk is hier in Hanoi is het waterpoppenspel. Wat je je hierbij moet voorstellen zijn verschillende poppen die ahw dansen op het water. Een soort marionette maar dan komen de touwtjes van een mechanisme onder water. Op de speciale oosterse muziek dansen draken en mensen en spelen zich kleine verhaaltjes af. Zeker leuk om zien.
Maar Ha Noi heb ik nu wat gezien, dus ik neem de bus naar Hue voor meer spannende avonturen.

donderdag 4 december 2008

Vietnam - Ninh Binh, Halong Bay

Wie Vietnam zegt denkt onmiddelijk aan de oorlog tegen de VC, wie de oorlog in Vietnam zegt denkt onmiddelijk aan de hippies , wie de hippies zegt denkt natuurlijk aan drugs en wie drugs zegt krijgt het aan de stok met onze sponsor.


Maar alle gekheid op een stokje, sinds kameraad douanier zit ik de hele tijd met the tour of duty in mijn hoofd. Fietsend tussen rijstvelden kan ik me een amerikaanse helicopter inbeelden die laag over komt vliegen op zoek naar Charlie. Want hoewel het mijn doel was het eerst te maken tot in Hannoi was ik het rondbussen wat moe en ben gestopt in Ninh Binh. Ninh Binh een landelijke gemeente en bekend om zijn prachtige krijtrotsformaties die opdoemen tussen de rijstvelden.

Je kan dan met een bootje tussen de rijstvelden door varen af en toe een grot bezoeken. Klinkt heel toeristisch allemaal, dat is ook zo als je van Hannoi komt, ik had wat verderop een bootje genomen en was daar de enige westerling. En dan is het gebarenalfabet heel handig natuurlijk. Ik had me een fiets gehuurd om wat tussen de rijstvelden te kunnen fietsen in het landschap. Een tochtje richting noorden bracht me bij een grote pagode. Ik was getuige van het plan Vietnam tot een toeristische trekpleister te maken: de hele site was een enorme werf. Alles werd daar weer van scratch opgebouwd onder het goedkeurend oog van de partij. Ik stelde me luidop de vraag of de gehele pagoda nu gebouwd werd voor de toeristen of gerenoveerd, maar geen antwoord natuurlijk, ze verstaan hier geen Engels.

Na dit tripje trok ik verder noordwaarts, Halong bay (Unesco world heritage site). Rotsformaties doemen hier uit het groene water op. De legende zegt dat de draak, verdreven uit het binnenland, in zijn laatste vlucht voor een crashlanding in de oceaan, met zijn staart de grillige vorm in het landschap maakte. Verschillende vissers claimen dat ze de draak hebben gezien, maar de overheid ziet hier natuurlijk de dreiging van een buitenlandse onderzeeer in.
Met een boot vaar ik tussen de verschillende rotsformaties door, imposant. Wat het allemaal iets Vietnameser maakt is dat er tussen de rotsformaties volledig drijvende stadjes en dorpjes zijn. Vietnamezen leven eigenlijk voornamelijk op of in het water, en dat is duidelijk te zien.
Na een dagje op zee is het tijd voor wat vis: a red snapper van 3kg met 6 personen... lekker. Halong Bay ziet er niet enkel fantastisch uit, het smaakt zelfs goed!

dinsdag 2 december 2008

Laos - Vientienne, Vang Vieng & exit to Vietnam

De hoofdstad van Laos, Vientienne (normaal gezien Vieng Chang, maar dat lag de Franse colonisten niet goed in de mond blijkbaar), is niet echt een must see: het heeft weinig geschiedkundige waarde daar Luang Prabang vroeger de plak zwaaide. Desalnietemin moet ik de stad toch even gezien hebben voordat ik Laos verlaat.

Ik neem de bus van Luang Prabang en rij zuidwaarts naar de hoofdstad. De rit zou 12u duren, maar je voelt hem al komen: motorpech. 5 uren geklop en getimmer later (het was een nachtbus, dus daar ging de rust) konden de locals hem terug herstellen. Ik vond dat de bus opvallend harder trilde, waarschijnlijk was de motorvering er uit gesloopd, die hadden ze niet meer nodig. Enigszinds geradbraakt kom ik aan in Vientienne waar de Guest Houses opvallend vol zijn. Het gerommel in Thailand drijft vele reizigers naar buurland Laos, en dus langs Vientienne.
In Vientienne zelf bezoek ik het Buddha park en wat lokale tempels. De sfeer is vrij bizar: de stad is niet samenhangend en het toeristische centrum is de enige plaats waar een cafeetje langer openblijft, de rest blijft gesloten.

Van Vientienne begin ik mijn Exodus naar Vietnam, maar mijn plan is dat in stukken te verdelen. Ik stop dus in Vang Vieng, een vrij toeristische plaats waar vooral Britten tijdens het tuben (op een binnenband van de rivier dobberen) zich hier komen bezuipen. Ik verkies de mountainbike en ga de komende dagen de omgeving wat : grote krijtrotsformaties staan hier midden tussen de rijstvelden. Ongelooflijk mooi om zien.


Van Vang Vieng ga ik een zelden bereisd pad op: schuin omhoog naar Sam Nua. Ik ben dan ook de enige buitenlander op de bus en mensen kijken me wat vreemd aan. Ergens in de nacht stappen twee verdwaalde Tchechische meisjes in, met als bestemming Hannoi.. He, ik ook. Let's team up. De volgende middag komen we aan in Sam Nua, de meisjes blijven daar, maar ik wil graag Vieng Xai bezoeken. De bus naar de grens rijdt er door, dus afspraak de volgende morgend om samen de grensoversteek te doen.


De geschiedenis van Vieng Xai brengt ons regelrecht terug naar de oorlog in Vietnam. Hu Chi Minh had een smokkelroute om wapens naar Zuid Vietnam te brengen. Deze route was doorheen Laos en een doorn in het oog voor de Amerikanen. 11 jaar lang werd de gehele strook van Laos bestookt met bommentapijten. En de communistische Pathet Lao leefde teruggetrokken in deze zone, ondergronds. Verschillende gangenstelsels boden shelter aan totaal 2000 mensen. Dit op zich is al de moeite waard.


Maar mijn trip gaat door. Oostwaards met als bestemming Hannoi. De grens is weerom hetzelfde liedje: stempeltje hier, lachje daar, wss nog wat betalen om god-weet-welke-reden en dan doorlopen naar de volgende post.


Als we bij de Vietnamese grenspost aankomen is het wel grappig: kameraad douanier spreekt een mondje Tchechisch (uit het CCCP tijdperk werden er blijkbaar wat uitwisselingsprojecten gedaan) en helpt ons aan vervoer, want ongelooflijk maar waar: geen bussen naar de grensovergang. Overpriced and weerom geradbraakd komen we aan in Vietnam, hetzij niet in Hannoi maar in Thath Hoa, maar ik heb genoeg gereisd dus kan wel een kamer gebruiken met een bedje.